5.4.3
Methode voor parallel
snelzoeken
Toepassingen
Inductiemodus: Methode voor parallel snelzoeken
Gebruik de methode voor parallel snelzoeken om een groot gebied te bestrij-
ken of om de aanwezigheid van leidingen te verifiëren voordat de standaard-
procedure voor de inductiemodus wordt gebruikt.
☞
Voor dit proces zijn twee personen nodig: één voor het bedienen
van de leidingzoeker en één voor het bedienen van de signaalgene-
rator.
☞
Stel de signaalgenerator en de leidingzoeker in op 33 kHz.
1.
De persoon die de signaalgenerator
bedient:
Houd de signaalgenerator dicht bij de
grond met de pijlen op het deksel verti-
caal en met het deksel gericht naar de
persoon die de leidingzoeker bedient.
De persoon die de leidingzoeker
bedient:
Houd de leidingzoeker op een minimu-
mafstand van 10 m/33 ft van de signaal-
generator vandaan.
2.
Beide personen:
Begin parallel aan elkaar te lopen.
☞
Het traceersignaal wordt direct
in de leiding geïnduceerd en
aangegeven op de leidingzoe-
ker.
3.
Bij aanwezigheid van een detecteerbare
leiding geeft de leidingzoeker een hoor-
baar signaal af en wordt de waarde op
de signaalsterkte-indicatoren hoger en
lager bij het passeren van de leiding.
Keer terug naar de positie waar het
scherm van de leidingzoeker de hoogste
waarde aangaf. Markeer de positie van
een leiding met markeerverf, paaltjes,
vlaggen of iets dergelijks.
☞
Sla nooit paaltjes in de grond
boven de leiding!
☞
Om een specifieke leiding te
traceren, gebruikt u de metho-
den voor nauwkeurige bepaling
en tracering. Zie "5.1 De loca-
tie van een leiding nauwkeurig
bepalen" en "5.2 Een leiding
opsporen".
0016975_001
0016801_001
500
0016802_001
33