5.4
5.4.1
Inductiemodus
30
5.
Zet de leidingzoeker op de radiomodus
en herhaal het snelzoeken.
Blijf hiermee doorgaan totdat er een sig-
naal wordt gevonden of totdat u ervan
overtuigd bent dat de locatie voldoende
grondig is doorzocht.
☞
Om in één stap snel te zoeken of om grote werkgebieden snel te
scannen, kan de leidingzoeker in de automodus worden gebruikt. Om
een gedetecteerde leiding beter te kunnen definiëren, gebruikt u de
leidingzoeker in een individuele modus.
Toepassing van de signaalgenerator in de inductiemodus
Algemene informatie
Inductie is een snelle en eenvoudige manier om een signaal op een leiding te
zetten, zonder een fysieke verbinding te hoeven maken. De signaalgenerator
maakt gebruik van een ingebouwde antenne om het signaal naar de leiding te
sturen.
0016796_001
☞
Werk op een minimale afstand van 10 m/33 ft verwijderd van de sig-
naalgenerator om het ontvangen van valse signalen te vermijden. Ver-
plaats indien nodig de signaalgenerator.
☞
De koppeling is optimaal bij 33 kHz.
☞
Het signaal kan ook worden toegepast op andere leidingen in de
directe nabijheid van de signaalgenerator, afhankelijk van hun diepte
en richting.
☞
Om de levensduur van de batterij te verlengen en de kans te verklei-
nen dat het signaal wordt toegepast op nabijgelegen leidingen,
beperkt u het uitgangssignaal.
0016795_001
500
999
750
Toepassingen