Beschrijving van
onderdelen
5.6.2
De traceerstaaf in de
lijnmodus gebruiken
38
modus worden gebruikt om de route van de goot te bepalen of in de sonde-
modus om een verstopping op te sporen.
13204_001
a)
Sonde
Het gebruik van de sondemodus helpt de sonde om nauwkeurig het eind-
punt van de traceerstaaf te bepalen.
b)
Lijn
Flexibele staaf met een mantel van glasvezel, met koperdraden om het sig-
naal te geleiden.
Het gebruik van de lijnmodus helpt de staaf om de route van een leiding te
achterhalen.
c)
Aansluitpunten
Gebruikt om de signaalgenerator aan te sluiten.
d)
Frame
Behuizing voor de flexibele staaf. Kan worden gebruikt in zowel de verti-
cale (zie illustratie) als de horizontale stand.
De positie van een leiding nauwkeurig bepalen met de
traceerstaaf
1.
Steek de staaf in de buis totdat de
gewenste lengte zich op haar plaats
bevindt.
a
b
c
d
14356_001
Toepassingen