Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding
Versie 1.0
Nederlands
Leica Detection DD-serie
leidingzoekers en
accessoires

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Leica DD Series

  • Pagina 1 Leica Detection DD-serie leidingzoekers en accessoires Handleiding Versie 1.0 Nederlands...
  • Pagina 2: Introductie

    Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectievelijke eigena- ren. Geldigheid van deze Deze handleiding is van toepassing op de leidingzoekers van Leica uit de handleiding Detection DD-serie, signaalgeneratoren uit de DA-serie en Detection-accessoi- res. Verschillen tussen de modellen zijn gemarkeerd en beschreven.
  • Pagina 3: Beschrijving

    Beschrijving mijnProducten Voeg al uw producten en van uw bedrijf toe en ver- ken de wereld van Leica Geosystems: Bekijk gedetail- leerde informatie over uw producten, update uw pro- ducten met de meest recente software en blijf op de hoogte met de meest recente documentatie.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Algemeen Definities voor gebruik Beperkingen in het gebruik Verantwoordelijkheden Gebruiksrisico's 1.5.1 Algemeen 1.5.2 Het product gebruiken met een signaalgenerator Elektromagnetische Compatibiliteit EMC FCC Verklaring (alleen van toepassing in de USA) Beschrijving van het systeem Systeeminformatie Systeem componenten Componenten leidingzoeker Componenten signaalgenerator Li-ion accupack Bediening van de leidingzoeker...
  • Pagina 5 5.8.2 Een leiding lokaliseren met behulp van de huisaansluitconnector Gebruik van de sondes 5.9.1 Algemene informatie De diepte en stroomsterkte van een leiding schatten Diepte leiding Sondediepte Informatie dieptecode Stroommeting leiding Connectiviteit Bluetooth-connectiviteit leidingzoeker USB-connectiviteit leidingzoeker USB-connectiviteit signaalgenerator Geheugen en GPS leidingzoeker Intern geheugen Ingebouwde GPS Interessepunt...
  • Pagina 6: Veiligheidsvoorschriften

    Veiligheidsvoorschriften Algemeen Beschrijving Deze aanwijzingen dienen om beheerders en gebruikers van het instrument in staat te stellen om tijdig op eventuele gebruiksgevaren in te spelen en zo mogelijk te vermijden. De beheerder moet er op toezien, dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrij- pen en opvolgen.
  • Pagina 7: Beperkingen In Het Gebruik

    Verantwoordelijkheden Fabrikant van het Leica Geosystems AG, CH-9435 Heerbrugg, hierna Leica Geosystems genoemd, instrument is verantwoordelijk voor de veiligheidstechnisch onberispelijke levering van het instrument inclusief handleiding en originele accessoires.
  • Pagina 8: Gebruiksrisico's

    • Is bekend met de plaatselijke voorschriften met betrekking tot veiligheid en • preventie van ongelukken. Informeert Leica Geosystems onmiddellijk, als er veiligheidsgebreken aan • de uitrusting ontstaan of toepassing onveilig wordt. • Zorgt ervoor dat de nationale wetgevingen, regelgeving en voorwaarden met betrekking tot de werking van het product worden nageleefd.
  • Pagina 9 WAARSCHUWING Afleiding/aandachtsverlies Tijdens het gebruik van dynamische applicaties, bijvoorbeeld uitzetprocedures, bestaat gevaar voor ongelukken als onvoldoende aandacht wordt geschonken aan de omgeving, zoals obstakels, ontgravingen of verkeer. Voorzorgsmaatregel: ▶ De beheerder is verantwoordelijk voor het instrument en moet alle gebrui- kers wijzen op de bestaande risico's.
  • Pagina 10 VOORZICHTIG Ongewenste mechanische invloeden op accu's Tijdens vervoer, verschepen of verwijderen van batterijen bestaat de mogelijk- heid dat onvoorziene mechanische invloeden brandgevaar veroorzaken. Voorzorgsmaatregel: ▶ Voor verscheping of verwijdering van het instrument de batterijen eerst ontladen door het instrument aan te laten staan tot de batterijen leeg zijn. ▶...
  • Pagina 11 Gebruik van het product na onjuiste pogingen om reparaties uit te voeren • Voorzorgsmaatregel: ▶ Maak het product niet open! ▶ Uitsluitend door Leica Geosystems geautoriseerde servicecentra zijn bevoegd deze instrumenten te repareren. WAARSCHUWING Onjuiste afvoer Bij het ondeskundig verwijderen van het instrument kan het volgende zich voordoen: Het verbranden van polymeren onderdelen kan giftige gassen produceren, •...
  • Pagina 12: Het Product Gebruiken Met Een Signaalgenerator

    1.5.2 Het product gebruiken met een signaalgenerator GEVAAR De klem van de signaalgenerator om een stroomvoerende leiding aan- brengen Als de klem van de signaalgenerator om een stroomvoerende leiding wordt aangebracht, kan er een gevaarlijk signaal aanwezig zijn op de stroomvoerende leiding of op de connector van de signaalgenerator, waardoor u een elektrische schok kunt krijgen.
  • Pagina 13: Elektromagnetische Compatibiliteit Emc

    Sterke elektromagnetische straling. Bijvoorbeeld in de buurt van radio- zenders, transponders, mobilofoons of dieselgeneratoren Hoewel het instrument voldoet aan strenge normen en richtlijnen op dit gebied, kan Leica Geosystems de kans niet volledig uitsluiten dat de werking van het product wordt gestoord in een dergelijke elektromagnetische omge- ving.
  • Pagina 14: Fcc Verklaring (Alleen Van Toepassing In De Usa)

    Voorzorgsmaatregel: ▶ Hoewel het instrument voldoet aan strenge normen en richtlijnen op dit gebied, kan Leica Geosystems de mogelijkheid van storing in andere appa- ratuur niet volledig uitsluiten, noch dat er effect kan zijn op mens of dier. ▶ Gebruik het instrument samen met radio's of GSM telefoons niet in de nabijheid van tankstations of chemische installaties of in andere gebieden waar explosiegevaar bestaat.
  • Pagina 15 Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio/TV technicus. • VOORZICHTIG Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door Leica Geosystems zijn toegestaan, kunnen het recht van de gebruiker beëindigen om het apparaat te gebruiken. Labeling...
  • Pagina 16 Labeling DA series- signaalgeneratoren 13298_001 Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 17: Beschrijving Van Het Systeem

    Beschrijving van het systeem Systeeminformatie Algemene beschrij- Leidingzoekers worden gebruikt om ondergrondse geleidende leidingen te ving detecteren die een elektromagnetisch signaal produceren. Een dergelijk signaal wordt geproduceerd wanneer er een elektrische stroom door de leiding gaat. Signaalgeneratoren worden gebruikt om een duidelijk onderscheiden signaal op de leidingen toe te passen met de volgende bedoeling: Om de detectie te verbeteren.
  • Pagina 18: Componenten Leidingzoeker

    Componenten leidingzoeker Beschrijving van onderdelen DD220/ DD230-leidingzoekers Beeldscherm Toetsenbord leidingzoeker USB-poort Schakelaar Batterijcompartiment Voetstuk van leidingzoeker (slijtageonderdeel) 13300_001 Componenten signaalgenerator Beschrijving van onderdelen signaalgenerator Accessoire-compartiment Aansluitpunt Batterijcompartiment en USB- poort Toetsenbord signaalgenerator Luidspreker Inductiepijl 013301_001 Li-ion accupack Li-ion accupack Het Li-ion accupack wordt geleverd met een zo laag mogelijk vermogen en moet worden geactiveerd voordat het wordt gebruikt.
  • Pagina 19 Steek de stekker in een geschikt stopcon- 100-240 V tact. 12/24 V 14480_001 ☞ Het accupack moet volledig worden opgeladen, voordat het wordt gebruikt. ☞ Resultaat: Het kleine LED-statuslampje naast de oplader begint snel te knippe- ren om aan te geven dat het accupack wordt geactiveerd. Het lampje begint vervolgens langzamer te knipperen om aan te geven dat het accupack actief is en wordt opgeladen.
  • Pagina 20: Bediening Van De Leidingzoeker

    Bediening van de leidingzoeker Toetsenbord Toetsenbord DD220/ DD230-leidingzoeker 13302_001 Functietoets Druk kort op de functietoets om de zoekmodus te wijzigen. Diepte-indicatietoets Druk kort op de toets om een diepteaflezing uit te voeren. Menutoets Houd deze toets ingedrukt om het hoofdmenu van de leidingzoeker weer te geven of terug te keren naar het zoekscherm.
  • Pagina 21 Gebruik de navigatietoetsen om de selectie te wijzigen. Druk op de menutoets om de selectie te bevestigen. Meeteenheid In dit scherm kunt u uw geprefereerde meeteenhe- den voor de diepte-indicatie instellen. ☞ Om de meeteenheden later te veranderen, gebruikt u de menu-optie in het menu Instellingen.
  • Pagina 22: Het Zoekscherm

    3.3.2 Het zoekscherm Beschrijving van het scherm 13146_001 Statusbalk Toont informatie over het product en de selectie van functies Numerieke piekindicator Loopt op als u een leiding of sonde nadert en loopt terug als u erbij • vandaan beweegt. • Toont de hoogste piek als u zich recht boven de leiding of sonde bevindt.
  • Pagina 23: Modusvergrendeling

    Health Check Health Check geslaagd binnen de afgelopen 24 uur. Health Check verhinderd, bijvoorbeeld als de Health Check werd inge- schakeld in een omgeving met sterke elektrische interferentie. Gepland onderhoud Er moet onderhoud worden gepleegd aan de leidingzoeker. Raadpleeg " Submenu Onderhoud"...
  • Pagina 24: De Diepte-Indicatieschermen

    3.3.3 De diepte-indicatieschermen Diepte leiding Het scherm geeft de diepte van een onderaardse leiding aan. ☞ Let op: de diepte wordt berekend als de afstand tot het centrum van de leiding! 13148_001 Sondediepte Dit scherm geeft de diepte van een sonde binnen een buis aan. ☞...
  • Pagina 25 Dit scherm geeft aan dat de diepte van de leiding of sonde groter is dan het maximum dieptebereik. 14321_001 Signaal buiten bereik Dit scherm geeft aan dat de signaalbron te laag is om de diepte uit te lezen. 14322_001 Dit scherm geeft aan dat de signaalbron te hoog is om de diepte uit te lezen.
  • Pagina 26: Leidingzoekermenu

    Leidingzoekermenu 3.4.1 Toegang en navigatie Hoofdmenu en sub- Het menu van de leidingzoeker toont informatie en biedt de mogelijkheid om menu's leidingzoeker instellingen bij te werken. Een hoofdmenu wordt gebruikt om de hoofdcategorieën weer te geven. Een submenu toont de beschikbare opties voor de geselecteerde categorie. 13155_001 Hoofdmenu leidingzoeker Submenu (voorbeeld)
  • Pagina 27: Menu-Opties

    Selecteer deze optie om het menu te sluiten en het menu van de lei- dingzoeker weer te laten geven. ☞ U kunt de menutoets ook ingedrukt houden om het scherm van de leidingzoeker weer te laten geven. Veel gebruikte menu- Pictogram Beschrijving pictogrammen...
  • Pagina 28 Selecteer deze optie om een korte animatie af te spelen over het gebruik van de leidingzoeker met de signaalgenerator in de verbin- dingsmodus. Selecteer deze optie om een korte animatie af te spelen over het gebruik van de leidingzoeker met de signaalgenerator in de inductie- modus.
  • Pagina 29 Selecteer deze optie om het activeringspunt voor de gevarenzone aan te passen. Beschikbare instellingen: • (UIT): Waarschuwingsfunctie is niet actief. 0,3 m (12 inches): Er wordt een waarschuwing weergegeven als • er een leiding wordt gedetecteerd binnen het gedefinieerde bereik. 0,5 m (20 inches): Er wordt een waarschuwing weergegeven als •...
  • Pagina 30 Selecteer deze optie om de numerieke piekindicator aan te passen. Beschikbare instellingen: • (AAN) (UIT) • Selecteer deze optie om de weergavetijd voor de numerieke piekindi- cator aan te passen. Beschikbare instellingen: (AAN) • (UIT) • Selecteer deze optie om de instelling van de modusvergrendeling aan te passen.
  • Pagina 31: Zoekmodi

    Selecteer deze optie om terug te keren naar het hoofdmenu. Zoekmodi Beschikbare zoekmodi Zoekmodus Beschrijving Automodus Gecombineerde detectie van voedings- en radiomo- dus. ☞ In deze modus wordt het snel zoeken in één stap vergemakkelijkt. Voedingsmodus Deze modus wordt gebruikt om stroomkabels te detecteren.
  • Pagina 32 Zoekmodus Beschrijving Signaalgeneratormo- Gebruikt in combinatie met een signaalgenerator: Om de detecteerbaarheid van leidingen te verho- • gen. Om een specifieke leiding te traceren. • Om diepte- of stroommetingen uit te voeren. • ☞ Onthoud het volgende: Hogere frequenties zijn gemakkelijker aan leidin- •...
  • Pagina 33: Een Zoekmodus Selecteren

    Een zoekmodus selec- Druk op de functietoets op het toetsenbord van de leidingzoeker om teren een zoekmodus te selecteren. De indicator van de zoekmodus doorloopt de volgende cyclus: 13195_001 Automodus Voedingsmodus Radiomodus Signaalgeneratormodus Sondemodus Frequentieselectie De leidingzoeker gebruiken met een signaalgenerator De signaalgeneratormodus biedt een optie voor automatische selectie (aange- geven met ~TX).
  • Pagina 34 Handeling Resultaat De indicator van de zoekmo- Druk kort op de menutoets. dus toont de momenteel geselecteerde frequentie. De pijlen op het scherm geven de vorige en de volgende fre- quentiewaarde aan. 8kHz 131kHz 33kHz 13324_001 Gebruik de navigatietoetsen om de vereiste frequentie te selecteren.
  • Pagina 35: Bediening Van De Signaalgenerator

    Bediening van de signaalgenerator Toetsenbord Toetsenbord signaal- Aan/uit-toets generator Uitgangsvermogen-toets en LED-statuslampjes LED-lampje lage batterijspan- ning LED-lampje verbindingsmodus Frequentietoets en LED-lamp- Dempen-toets 13192_001 Inschakelen / uitschakelen De signaalgenerator Druk op de aan/uit-toets om de signaalgenerator in in- en uitschakelen en uit te schakelen. 13193_001 Bediening van de signaalgenerator...
  • Pagina 36: Toepassingen

    Toepassingen De locatie van een leiding nauwkeurig bepalen Proces voor nauwkeu- Om u te helpen bij het nauwkeurig bepalen van de locatie van een leiding, rige bepaling geeft de leidingzoeker visuele en hoorbare feedback. 13210_001 Visuele reactie Als de leidingzoeker zich pal boven een leiding en onder een hoek van 90° t.o.v.
  • Pagina 37: Een Leiding Opsporen

    ☞ De signaalsterkte-indicatoren zeggen niets over de grootte, diepte of sterkte van het elektrische veld van de leiding. ☞ Om bij benadering de diepte van de leiding te kunnen bepalen, dient u een signaalgenerator of een sonde te gebruiken. Zie "6 De diepte en stroomsterkte van een leiding schatten".
  • Pagina 38 Stel de leidingzoeker in op de voedings- modus. 13202_001 ☞ Let erop dat de leidingzoeker goed rechtop en dicht bij de grond wordt gehouden. Let op dat u niet met de lei- dingzoeker zwaait. 13211_001 Beweeg van links naar rechts over de locatie tot het hele gebied is bestreken.
  • Pagina 39: Toepassing Van De Signaalgenerator In De Inductiemodus

    Zet de leidingzoeker op de radiomodus en herhaal het snelzoeken. Blijf hiermee doorgaan totdat er een sig- naal wordt gevonden of totdat u ervan overtuigd bent dat de locatie voldoende grondig is doorzocht. 13205_001 ☞ Om in één stap snel te zoeken of om grote werkgebieden snel te scannen, kan de leidingzoeker in de automodus worden gebruikt.
  • Pagina 40: Standaardprocedure Voor De Inductiemodus

    ☞ De numerieke piekindicator kan worden gebruikt om meerdere leidin- gen aan te geven of te helpen bij het traceren. De leiding met de maximale waarde bevindt zich meestal het dichtst bij de signaalgene- rator of is daar rechtstreeks mee verbonden. Standaardprocedure Schakel de signaalgenerator in.
  • Pagina 41: Inductiemodus: Uitsluitingsmethode

    5.4.2 Inductiemodus: Uitsluitingsmethode Uitsluitingsmethode Gebruik de uitsluitingsmethode om te verifiëren dat de leidingzoeker en de sig- naalgenerator op dezelfde leiding zijn geconcentreerd of om verborgen leidin- gen te identificeren die zich vlak bij elkaar bevinden. ☞ De signaalgenerator en de leidingzoeker moeten worden ingesteld op de inductiemodus.
  • Pagina 42: Inductiemodus: Methode Voor Parallel Snelzoeken

    5.4.3 Inductiemodus: Methode voor parallel snelzoeken Methode voor parallel Gebruik de methode voor parallel snelzoeken om een groot gebied te bestrij- snelzoeken ken of om de aanwezigheid van leidingen te verifiëren voordat de standaard- procedure voor de inductiemodus wordt gebruikt. ☞...
  • Pagina 43: Inductiemodus: Methode Voor Radiaal Snelzoeken

    Maak een draai van 90° en herhaal het proces. 14303_001 ☞ Bepaal nauwkeurig de positie en het verloop van leidingen totdat u ervan overtuigd bent dat de locatie voldoende grondig is doorzocht. 5.4.4 Inductiemodus: Methode voor radiaal snelzoeken Methode voor radiaal Gebruik de methode voor radiaal snelzoeken om leidingen op te sporen die snelzoeken hun oorsprong hebben in een bekend punt zoals een telecommunicatiekamer.
  • Pagina 44: Toepassing Van De Signaalgenerator In Verbindingsmodus

    Bij aanwezigheid van een detecteerbare leiding geeft de leidingzoeker een hoor- baar signaal af en wordt de waarde op de signaalsterkte-indicatoren hoger en lager bij het passeren van de leiding. Keer terug naar de positie waar het scherm van de leidingzoeker de hoogste waarde aangaf.
  • Pagina 45: Directe Verbindingsmodus

    ☞ Er is een verlengkabel beschikbaar om ofwel de rode of zwarte kabels van de verbindingskabel te verlengen. ☞ Beperking van het uitgangssignaal spaart de batterijen en vermindert de kans op overspraak van het signaal naar nabijgelegen leidingen. 5.5.2 Directe verbindingsmodus Toepassing van de Steek de kabels van de signaalgenerator signaalgenerator in...
  • Pagina 46 Schakel de signaalgenerator in. ☞ Controleer of de verbindings- modus-LED brandt en de bat- terijspanning voldoende is. 13279_001 Selecteer de vereiste frequentie en het benodigde uitgangsvermogen. Om aan te geven dat het traceersignaal sterk genoeg is, brandt de uitgangsver- mogen-LED permanent en klinkt het audiosignaal ononderbroken.
  • Pagina 47: Verbindingsmodus: Kabelomwikkelingstechniek Op 131 Khz

    5.5.3 Verbindingsmodus: Kabelomwikkelingstechniek op 131 kHz De kabelomwikke- Soms is het moeilijk om de signaalgenerator rechtstreeks te verbinden met een lingstechniek gebrui- leiding. Gebruik in dit geval de kabelomwikkelingstechniek om een signaal op een kabel te leggen. ☞ Hiervoor moet de frequentie van de signaalgenerator worden inge- steld op 131 kHz.
  • Pagina 48: Gebruik Van De Traceerstaaf

    Selecteer het vereiste uitgangsvermogen en stel de uitgangsfrequentie in op 131 kHz. Om aan te geven dat het traceersignaal sterk genoeg is, brandt de uitgangsver- mogen-LED permanent en klinkt het audiosignaal ononderbroken. 13280_001 Zet de leidingzoeker op de signaalgene- ratormodus en selecteer de vereiste fre- quentie.
  • Pagina 49: De Positie Van Een Leiding Nauwkeurig Bepalen Met De Traceerstaaf

    modus worden gebruikt om de route van de goot te bepalen of in de sonde- modus om een verstopping op te sporen. Beschrijving van onderdelen 13204_001 Sonde Het gebruik van de sondemodus helpt de sonde om nauwkeurig het eind- punt van de traceerstaaf te bepalen. Lijn Flexibele staaf met een mantel van glasvezel, met koperdraden om het sig- naal te geleiden.
  • Pagina 50 Steek de kabels van de signaalgenerator in het aansluitpunt. 14341_001 Om er zeker van te zijn dat er zich geen leidingen onder bevinden, steekt u de aardpen in de grond en sluit u de zwarte kabel aan op de aardpen. ☞...
  • Pagina 51 Doorzoek het gebied totdat er een sig- naal wordt gedetecteerd. Bepaal nauwkeurig de plaats van de lei- ding. ☞ Gebruik de numerieke piekindi- cator om de exacte positie van de staaf te bepalen. De positie wordt meestal aangegeven 14538_001 door de hoogste waarde. De traceerstaaf in de ☞...
  • Pagina 52: De Klemmen Van De Signaalgenerator Gebruiken

    Zet de leidingzoeker op de sondemodus en selecteer de vereiste frequentie. 13208_001 Loop over de lijn die de vermoedelijke lig- ging van de leiding aangeeft en let daar- bij op het display. De signaalsterkte-indi- cator neem toe en weer af als het secun- daire signaal aan de achterzijde van de sonde wordt gepasseerd, daarna komt de piek direct boven de sonde en vervolgens...
  • Pagina 53: De Klem Van De Signaalgenerator Gebruiken Voor Aansluiting Op Leidingen

    5.7.2 De klem van de signaalgenerator gebruiken voor aansluiting op leidingen Aansluiten op een lei- Sluit de stekker van de klem van de sig- ding naalgenerator aan op de signaalgenera- tor. 14342_001 Open de bek van de klem van de signaal- generator en plaats deze om de leiding die moet worden getraceerd.
  • Pagina 54: Gebruik Van De Huisaansluitconnector

    Gebruik van de huisaansluitconnector 5.8.1 Algemene informatie Beschrijving De huisaansluitconnector biedt een veilige techniek voor het toevoeren van een traceerbaar signaal aan stroomvoerende elektriciteitskabels. De stroom- voorziening wordt niet onderbroken door het toegevoegde signaal en het risico op ernstig letsel wordt tot een minimum gereduceerd. Beschrijving van onderdelen 13209_001...
  • Pagina 55: Gebruik Van De Sondes

    Selecteer de vereiste frequentie en het benodigde uitgangsvermogen. ☞ Let erop dat de uitgangsfre- quentie van de signaalgenera- tor vergelijkbaar is met die van de huisaansluitconnector. Kijk voor de frequentiespecificatie op het typeplaatje van de huis- 13280_001 aansluitconnector. Om aan te geven dat het traceersignaal sterk genoeg is, brandt de uitgangsver- mogen-LED permanent en klinkt het audiosignaal ononderbroken.
  • Pagina 56 eigen, unieke manier worden getraceerd. De sonde zendt een signaalpiek uit vanuit het sondelichaam en een secundair signaal aan de voor- en achterzijde. 13329_001 De leidingzoeker is uitgerust met een numerieke piekindicator die ☞ wordt gebruikt om de piekwaarde te identificeren. Zie "3.3.2 Het zoekscherm".
  • Pagina 57 Loop terug en plaats de leidingzoeker direct boven het pieksignaal. Beweeg de leidingzoeker naar links en naar rechts totdat de hoogste numerieke waarde wordt verkregen. Deze waarde geeft de locatie van de sonde aan. 14443_001 Toepassingen...
  • Pagina 58: De Diepte En Stroomsterkte Van Een Leiding Schatten

    De diepte en stroomsterkte van een leiding schatten Diepte leiding Een diepte uitlezen ☞ Om de diepte van een leiding te kunnen bepalen, moet de leiding- zoeker worden gebruikt in combinatie met een signaalgenerator. Zie "5.4 Toepassing van de signaalgenerator in de inductiemodus" en 5.5 Toepassing van de signaalgenerator in verbindingsmodus.
  • Pagina 59: Sondediepte

    De diepte wordt berekend als de afstand tot het centrum van de leiding! Hierbij moet rekening worden gehouden met een zekere speling. Let op het verschil tussen a en b! Werkelijke diepte van de leiding. Getoonde diepte: Diepte tot het cen- trum van de leiding.
  • Pagina 60: Informatie Dieptecode

    De diepte wordt berekend als de afstand tot de sonde binnen in de buis of kabel- goot! Houd bij de diameter van een buis of kabelgoot een onzekerheidsmarge aan. Let op het verschil tussen a en b! Werkelijke diepte van de leiding. Getoonde diepte: Diepte van de 14469_001 sonde.
  • Pagina 61 360mA 30mA 358mA 328mA 110mA 13264_001 De diepte en stroomsterkte van een leiding schatten...
  • Pagina 62: Connectiviteit

    Connectiviteit Bluetooth-connectiviteit leidingzoeker Optie specifiek voor model: De leidingzoeker ver- binden via Bluetooth De leidingzoeker biedt Bluetooth-connectiviteit. Bluetooth-status De Bluetooth-status wordt aangegeven in de statusbalk in het scherm van de leidingzoeker. Raadpleeg " Pictogrammen in de statusbalk" (in "3.3.2 Het zoek- scherm").
  • Pagina 63 Uitgangsopties Selecteer de vereiste Bluetooth-optie in het submenu Communicatie. Raad- pleeg " Submenu Communicatie" (in "3.4.2 Menu-opties"). Uitgangstekenreeksen DD SMART: • DPxxxxUMxMDxUTxMAxxxxxNPxxxPIxxDVxxxSNxxxxxxBTxCMxx DTxxxxxxxx DP0.75UMMMD3UTLMA10.20NP450PI0DV230SN123456BT9CM12DT01/01 BT1-optie: • DVxxxSNxxxxxxSVxxxxTMxxxxxDTdd/mm/yyCMxxSTxBTxMDxSSxxUMxDPxxxx DV550SN12345SV3.01TM08:30DT01/12/10CM12ST0BT7MD3SS16UMMDP1 BT2-optie: • DPxxxxUMxMDxSSxxDVxxxSNxxxxxxCMxxBTxSTxSVxxxxDTxxxxxxxxTMxxxxx DP125UMMMD3SS16DV550SN12345CM12BT7ST0SV3.01DT01/12/10TM08: Gege- Bereik Voor- Beschrijving vensuit- beeld- voer waarde 000 tot 999 Modelaanduiding 000000 tot 999999...
  • Pagina 64: Usb-Connectiviteit Leidingzoeker

    Gege- Bereik Voor- Beschrijving vensuit- beeld- voer waarde 0,10 tot 9,99 1,25 De waarde van de getoonde Afhankelijk van diepte is afhankelijk van de model waarde van UM. L of S Type leiding: Lijn of sonde 0 tot 99,99 1,10 Stroommeting getoond in mA 0 tot 999 Numerieke piekwaarde...
  • Pagina 65: Usb-Connectiviteit Signaalgenerator

    Breng na het verbreken van de verbinding de afdekking weer aan en zet deze vast met de bevestigingsschroeven. 14471_001 USB-connectiviteit signaalgenerator De signaalgenerator De signaalgenerator is voorzien van een USB-poort die om een van de vol- verbinden via USB gende redenen kan worden verbonden met een pc: Om software bij te werken.
  • Pagina 66: Geheugen En Gps Leidingzoeker

    ☞ Voor het oversturen van records vanaf de werklocatie gebruikt u de overdracht-app en een Bluetooth-verbinding. ☞ Raadpleeg de Leica Geosystems-website voor de nieuwste informatie over mobiele apps en analysesoftware. Ingebouwde GPS De geografische ☞...
  • Pagina 67 Leidingzoekers met een ingebouwde GPS-module maken het mogelijk om een interessepunt (POI) vast te leggen en het te bewaren in het interne geheugen. Gebruik de POI-functie om bijzondere kenmerken van de werklocatie naar voren te halen, zoals de positie van een leiding of de locatie van een toe- gangskamer.
  • Pagina 68: Accu's

    +10 °C tot +20 °C/+50 °F tot +68 °F. • Het is normaal dat de accu warm wordt tijdens het laden. Als de door Leica Geosystems aanbevolen opladers worden gebruikt, is het niet moge- lijk de accu's te laden zodra de temperatuur te hoog is. •...
  • Pagina 69 Til het deksel van het accucompartiment op en verwijder het Li-ion-accupack. 14483_001 Steek de stekker van de oplader in de laadaansluiting van het accupack. 14479_001 Steek de stekker in een geschikt stopcon- 100-240 V tact. ☞ De kleine LED naast de laad- aansluiting knippert, wat aan- geeft dat het accupack wordt 12/24 V...
  • Pagina 70 Draai de schroef van het batterijdeksel los. 14472_001 Til het deksel van het accucompartiment op en verwijder het Li-ion-accupack. 14475_001 Steek de stekker van de oplader in de laadaansluiting van het accupack. 14479_001 Steek de stekker in een geschikt stopcon- 100-240 V tact.
  • Pagina 71: Functionele Controles

    10.1 Health Check bij de leidingzoeker Controleren op juist Leica Geosystems aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor onderhoud en functioneren kalibraties die worden uitgevoerd door ongeautoriseerde personen. Het is van cruciaal belang om de status van de unit, haar basiswerking en batterijen te controleren alvorens de kalibratie wordt geverifieerd.
  • Pagina 72: Kalibratieverificatie

    Controleren op juist Leica Geosystems aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor onderhoud en functioneren kalibraties die worden uitgevoerd door ongeautoriseerde personen. Het is van cruciaal belang om de status van de unit, haar basiswerking en batterijen te controleren alvorens de kalibratie wordt geverifieerd.
  • Pagina 73: Kalibratieverificatie Inschakelen

    DX Office Shield-software wordt gebruikt om de kalibratieverificatie aan te inschakelen schaffen en te activeren. Het is belangrijk dat deze is geïnstalleerd op een pc met toegang tot internet. Aanvullende informatie vindt u op https://leica- geosystems.com. Maak verbinding met DX Office Shield via USB. Zie 7.2 USB-connecti- viteit leidingzoeker en 7.3 USB-connectiviteit signaalgenerator.
  • Pagina 74: Storingscodes Leidingzoeker

    Let op de weergegeven uitvoer. De leidingzoeker bevindt zich binnen de ingestelde grenswaar- den. De leidingzoeker bevindt zich buiten de ingestelde grenswaarden en moet worden nagekeken. Het niveau van elektrische ruis is te hoog om de test te kunnen starten. Herhaal de test op een andere locatie. ☞...
  • Pagina 75 Inspecteer de algemene toestand van de signaalgenerator. De behuizing behoort vrij te zijn van significante schade. • • De kabelisolatie en de klemverbindingen mogen niet beschadigd zijn. De klemmen moeten vrij zijn van corrosie. Belettering moet leesbaar en intact zijn. •...
  • Pagina 76: Functionele Controle Van De Traceerstaaf

    De firmware van de signaalgenerator kan met behulp van DX Office Shield worden bijgewerkt naar de nieuwste norm. Het is belangrijk dat DX Office Shield is geïnstalleerd op een pc met toegang tot inter- net. Zie https://leica-geosystems.com voor aanvullende informatie. 10.5 Functionele controle van de traceerstaaf De werking controle- Het doel van onderstaande procedure is om de prestaties van de traceerstaaf te verifiëren.
  • Pagina 77 De werking controle- Het doel van onderstaande procedure is om de prestaties van de sonde te veri- fiëren. ☞ Voor deze procedure zijn de volgende systeemonderdelen vereist: Een leidingzoeker om het signaal van de sonde te detecteren. • Een werkgebied dat vrij is van leidingen (zoals geïllustreerd). •...
  • Pagina 78: Verzorging En Vervoer

    In een trein, vliegtuig Als het instrument per spoor, vliegtuig of schip wordt vervoerd, gebruik dan of schip steeds de originele Leica Geosystems-verpakking, container en kartonnen doos, of iets vergelijkbaars, om het te beschermen tegen schokken en trillin- gen. Verschepen, vervoer...
  • Pagina 79 schoon. Niet opnieuw inpakken voordat alles goed droog is. Sluit altijd de transportkoffer tijdens gebruik in het veld. Kabels en Stekkers Houdt stekkers altijd schoon en droog. Vuil in de stekkers van de aansluitsnoe- ren eruit blazen. Verzorging en vervoer...
  • Pagina 80: Technische Gegevens

    Conformiteit met • FCC deel 15 (van toepassing in de VS) nationale regelgeving Hierbij verklaart Leica Geosystems AG dat de radioapparatuur, van type • DD120/DD130/DD220/DD230, voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU en andere toepasselijke Europese Richtlijnen. De volledige tekst van de EU conformiteitsverklaring kan worden geraad- pleegd via: http://www.leica-geosystems.com/ce.
  • Pagina 81: Technische Gegevens Leidingzoeker

    Modus Output Audio 85 dBA bij 30 cm Inductiemodus: Intermitterende uitvoer met een verschillende waarde voor elke frequentie Verbindingsmodus: Laag - geen uitvoer: intermitterende uitvoer, verschillende waarde voor elke frequentie Goed uitgangssignaal verbinding: constante toon, toonhoogte afhankelijk van uitgangs- vermogen Type batterij 7,4 V Li-ion-pack Gemiddelde werktijd 3...
  • Pagina 82 Modus Frequentie Gevoeligheid op 1 meter Signaalgenerator 131,072 (131) kHz of 5 uA 32,768 (33) kHz of 5 uA in 8,192 (8) kHz of 100 uA 512 Hz (DD230 series- 500 uA modellen) 500 uA 640 Hz (DD230 series- modellen) Diepte-indicatie Leidingzoeker DD220 series...
  • Pagina 83 • ondersteund doorgaans 7 sec, warm doorgaans 1 sec (1) Alle gegevens/informatie volgens fabrikant u-blox®GPS; Leica Geosys- tems aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor dergelijke informatie. (2) De nauwkeurigheid is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de atmosferische omstandigheden, het effect van meerdere paden en obstakels, de richting van het signaal en het aantal gevonden satellieten.
  • Pagina 84: Geleidende Spiraal Technische Gegevens

    Accupack Beschrijving D-serie Lithium-ion-accupack Type Li-ion accupack Ingangsspanning 12 V DC Ingangsstroom 2,5 A Oplaadtijd 5 uur (maximaal) bij 20 °C 12.4 Geleidende spiraal Technische Gegevens Geleidende spiraal Beschrijving Waarde Gemiddeld detectiebereik Beide modi, lijn en sonde: Gemiddeld 3,0 m/10 ft Traceerafstand 50 m/165 ft;...
  • Pagina 85 Afmetingen 80 mm/3.1 Inches 100 mm/3.9 Inches Technische gegevens...
  • Pagina 86: Bijlage A Verplaatsingen Tijdzone

    Bijlage A Verplaatsingen tijdzone Verplaatsingen tijd- zone Verplaatsingen tijdzone...
  • Pagina 88 864611-1.0.0nl Vertaald uit het Engels (864606-1.0.0en) Gepubliceerd in Zwitserland © 2018 Leica Geosystems AG, Heerbrugg, Zwitserland Leica Geosystems AG Heinrich-Wild-Strasse CH-9435 Heerbrugg Zwitserland Telefoon +41 71 727 31 31 www.leica-geosystems.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dd220Dd230Da220Da230

Inhoudsopgave