Voer vervolgens een faxtest uit om de status van het apparaat te controleren en te
controleren of het apparaat juist is geconfigureerd.
De faxinstellingen controleren vanaf het bedieningspaneel
1.
Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2.
Druk op Instellingen.
3.
Druk op de pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op
OK.
4.
Druk op de pijltjestoets omlaag om Faxtest uitvoeren te markeren en druk
vervolgens op OK.
De HP Photosmart geeft de status van de test weer op het display en drukt een
rapport af.
5.
Bekijk het rapport.
•
Als de test lukt, maar u nog steeds problemen hebt met faxen, dient u de
faxinstellingen te controleren die in het rapport worden weergegeven. Hierin
kunt u zien of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
•
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen
van de aangetroffen problemen.
6.
Nadat u het faxrapport van de HP Photosmart hebt ontvangen, drukt u op OK.
Los mogelijke gevonden problemen op en voer de test nogmaals uit.
Het apparaat drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt
u het rapport voor informatie over het oplossen van het probleem.
Meer informatie vindt u in:
"De faxtest is mislukt" op pagina 194
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en het Aan-
lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan
om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen
151