INGEBRUIKNAME | MELDINGENLIJST
Instellingen
DEMPING BUITENTEMP.
Om te voorkomen dat bij snelle veranderingen van de buitentem-
peratuur de verwarmingscurve wordt verschoven en daardoor
de warmtepomp voortdurend in- en uitschakelt, wordt de bui-
tentemperatuur gedempt. Voor de ingestelde periode wordt een
gemiddelde waarde gevormd. Het dempen kan via deze parameter
tussen 0 en 24 uur ingesteld worden.
BIVALENTIEPUNT
Als de buitentemperatuur onder het bivalentiepunt daalt, wordt
de elektrische nood-/bijverwarming voor de verwarmingswerking
vrijgegeven. Als de buitentemperatuur boven het bivalentiepunt
ligt, wordt de elektrische nood-/bijverwarming geblokkeerd. Deze
temperatuurdrempel kan via de parameter „BIVALENTIEPUNT"
gedefinieerd worden.
Info
Indien het verwarmingsvermogen van de warmtepomp
bij lage buitentemperaturen niet voldoende is, moet het
bivalentiepunt op een hogere temperatuur worden in-
gesteld.
TIJDBL. BIJK.VERW.
Na het inschakelen van de warmtepomp bij een warmtevraag die
lager is dan het bivalentiepunt, wordt de elektrische nood-/bijver-
warming geblokkeerd gedurende de bij „TIJDBL. BIJK.VERW." in
te stellen periode. Daardoor wordt voorkomen dat de elektrische
nood-/bijverwarming onnodig geactiveerd wordt.
CORRECTIE BUITENT.
Op basis van toleranties van de buitensensor en om vreemde
invloeden te compenseren - bijvoorbeeld bij een ongunstige
sensorpositie - is het mogelijk de gemeten temperatuurwaarde
te corrigeren. Stel in de parameter „CORRECTIE BUITENT." het
verschil in tussen de effectieve buitentemperatuur en de op het
bedieningspaneel weergegeven buitentemperatuur.
Voorbeeld:
Actuele temperatuur
Weergegeven temperatuur
Nieuwe parameterwaarde
ODR.TEMP.POMPAANZ.
Nadat de verwarmingscirculatiepomp gestart is, blijven de meet-
waarden van de aanvoer- en retourtemperatuursensor gedurende
de in de parameter „ODR.TEMP.POMPAANZ." ingestelde tijd on-
derdrukt. Pas na deze periode worden de meetwaarden van de
sensor weer actief om de warmtebehoefte van de verwarming te
berekenen.
ONTWERPTEMPERATUUR
Met deze parameter definieert u het steunpunt voor de voor-
stuurkarakteristiek „Verwarmingsvermogen geschat" waarvoor
het vermogen „Warmtebehoefte" geldt. Zie het hoofdstuk „Inge-
bruikname / Ingebruikname / Dimensionering".
6
| LWZ 5-8 CS Premium / LWZ 5 S Plus / LWZ 5-8 S Trend / LWZ 5 S Smart
Met deze parameter definieert u het steunpunt voor de voor-
stuurkarakteristiek „Verwarmingsvermogen geschat" waarvoor
de „Dimensioneringstemperatuur" geldt. Zie het hoofdstuk „In-
gebruikname / Ingebruikname / Dimensionering".
WARM WATER
BASISINSTELLING
Hier wordt de schakelhysteresis voor de warmwaterwerking ge-
definieerd. Wanneer de waarde Nom. WW-temperatuur minus
„HYSTERESIS" te laag is, schakelt de warmwaterbereiding in.
Het uitschakelen van de warmwaterbereiding gebeurt wanneer
de waarde nom. WW- temperatuur plus „HYSTERESIS" is be-
reikt.
Deze parameter heeft geen functie op dit toestel.
De warmwaterbereiding wordt in principe met behulp van de
warmtepomp (compressorwerking) uitgevoerd. Pas wanneer na
het verstrijken van de in de parameter „TIJDBL. BIJK.VERW." inge-
stelde periode de gewenste warmwatertemperatuur in de boiler
nog niet bereikt is, wordt de elektrische nood-/bijverwarming
geactiveerd.
Als een zonnesysteem is aangesloten en er voldoende zonnestra-
ling is, krijgt het zonnesysteem voorrang op de warmtepomp.
Deze heeft op haar beurt voorrang op de elektrische nood-/bij-
verwarming.
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan de waarde die in de
parameter „TEMP.VRIJG. B.VERW." ingesteld is, wordt de elektri-
sche nood-/bijverwarming voor de warmwaterbereiding onmid-
°C
19
dellijk geactiveerd. Daardoor wordt de verwarmingswerking niet
°C
21
langer dan nodig onderbroken.
-2
Als de buitentemperatuur hoger is dan de in de parameter „TEMP.
VRIJG. B.VERW." ingestelde waarde, wordt de elektrische nood-/
bijverwarming pas na afloop van „TIJDBL. BIJK.VERW.", op zijn
vroegst na 10 minuten, geactiveerd.
Bij het starten van het toestel wordt het water in het warmwa-
tervat opgewarmd tot de temperatuur die werd ingesteld voor de
bescherming tegen legionella. Op een later tijdstip gebeurt het
verwarmen tegen legionella conform de in de parameter „ANTI-
LEGIONELLA" ingestelde periode, uitgedrukt in dagen. Het vol-
gende interval start pas wanneer de in de parameter „WW-TEMP.
LEGIONELLA" ingestelde temperatuur bereikt is. Dit interval geldt
alleen wanneer tussentijds niet door andere toestelfuncties de
warmwatertemperatuur de in de parameter „WW-TEMP. LEGIO-
NELLA" ingestelde temperatuur overschreden heeft.
VERMOGENSDIM VERWARMEN
HYSTERESIS
MWM-HYSTERESIS
TIJDBL. BIJK.VERW.
TEMP.VRIJG. B.VERW.
ANTILEGIONELLA
www.stiebel-eltron.com