Inhoudsopgave
Advertenties
INGEBRUIKNAME | MELDINGENLIJST
Storingen verhelpen
4.
Storingen verhelpen
4.1
Meldingenlijst
Info
Wanneer het toestel bij een storing de compressor blokkeert, schakelt de elektrische nood-/bijverwarming voor het verwarmen
en de drinkwateropwarming alleen onmiddellijk in indien de automatische noodwerking ingeschakeld is.
Indien de automatische noodwerking niet ingeschakeld is, schakelt de elektrische nood-/bijverwarming pas in na het verstrijken
van de tijd die in parameter "Tijdbl. bijk.verw." ingesteld is. De menu's "Verwarmen" en "Warm water" hebben telkens een
eigen parameter "Tijdbl. bijk.verw.".
Voor het verwarmen zonder automatische noodwerking moet bovendien de bivalentietemperatuur worden onderschreden,
zodat de elektrische nood-/bijverwarming inschakelt na het verstrijken van de tijd die in de parameter "TIJDBL. BIJK.VERW."
ingeschakeld is.
Als er zich een fout voordoet waarbij het toestel de warmtepomp uitschakelt, kunt u de werkwijze "Noodwerking" activeren.
De elektrische nood-/bijverwarming staat dan in voor de functie van de verwarming en de drinkwateropwarming.
Fout
Reactie van het toestel
01 Anode
02 De veiligheidstem-
De elektrische nood-/bijverwar-
peratuurbegrenzer
ming is oververhit en werd door de
is geactiveerd
veiligheidstemperatuurbegrenzer
uitgeschakeld.
03 Hogedrukbeveili-
De hogedrukbeveiligingsschakelaar
gingsschakelaar
is vijf keer in vijf uur geactiveerd. De
warmtepomp wordt uitgeschakeld.
04 Lagedrukbeveili-
De lagedrukbeveiligingsschakelaar
gingsschakelaar
is vijf keer in vijf uur geactiveerd. De
warmtepomp wordt uitgeschakeld.
05 Luchtafvoerven-
Het toerental van de ventilator is niet
tilator
juist. De ventilator wordt geblok-
keerd.
www.stiebel-eltron.com
Oorzaak
De anode is versleten of de aansluitkabel is
defect.
De externe filter in de retourleiding is ver-
vuild.
De pomp zit vast.
Het debiet door de warmtepomp is te laag,
bijv. wanneer de thermostaatkranen van
alle radiatoren respectievelijk zonekleppen
bij vloerverwarming gesloten zijn.
Deze fout kan eveneens optreden wanneer
de energiemaatschappij de elektrische
nood-/bijverwarming in de spertijd weg-
schakelt en de parameter "SPERTIJD" niet
correct ingesteld is.
De externe filter in de retourleiding is ver-
vuild.
De pomp zit vast.
Het debiet door de warmtepomp is te laag,
bijv. wanneer de thermostaatkranen van
alle radiatoren respectievelijk zonekleppen
bij vloerverwarming gesloten zijn.
De ventilator voor afgezogen lucht is defect.
In dat geval moet ook fout 07 in de fouten-
lijst staan.
Storing ontdooiregistratie.
Aanzuig- of uitblaasopening van de warm-
tepomp zit verstopt.
De ventilatoren zijn voorzien van een zeke-
ring die de ventilatoren beschermt tegen
overspanning. Wanneer deze zekering geac-
tiveerd is, wordt de ventilator geblokkeerd
totdat deze van het stroomnet ontkoppeld is.
LWZ 5-8 CS Premium / LWZ 5 S Plus / LWZ 5-8 S Trend / LWZ 5 S Smart |
Oplossing
Waarschuw uw installateur.
Reinig de filter.
Maak de pomp weer gangbaar of vervang hem.
Als u het debiet als "Favorieten" neemt, kunt u het
debiet eenvoudig bewaken. Wanneer alle kranen
gesloten zijn, wijst dat erop dat er een te hoge verwar-
mingscurve ingesteld is. Pas de verwarmingscurve aan
conform de beschrijving in het hoofdstuk "Verwarmen/
Verwarmingscurve".
Ga na of het EVU-contact correct aangesloten is. Stel
de parameter "SPERTIJD" in overeenkomstig de in-
structies van de energiemaatschappij (zie hoofdstuk
"Instellingen / Installateursniveau / Spertijd"). Druk op
de resettoets van de elektronica.
Druk op resettoets van de veiligheidstemperatuur-
begrenzer. Druk op de resettoets van de elektronica.
Informeer de serviceafdeling wanneer dit probleem
zich herhaalt.
Reinig de filter.
Maak de pomp weer gangbaar of vervang hem.
Als u het debiet als "Favorieten" neemt, kunt u het
debiet eenvoudig bewaken. Wanneer alle kranen
gesloten zijn, wijst dat erop dat er een te hoge verwar-
mingscurve ingesteld is. Pas de verwarmingscurve aan
conform de beschrijving in het hoofdstuk "Verwarmen/
Verwarmingscurve".
Ontkoppel het toestel gedurende drie minuten op alle
polen van de netspanning. Informeer de serviceafde-
ling wanneer dit probleem zich herhaalt.
Trek de ontdooislang (zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging/Verdamper reinigen") eruit en controleer of
er iets bevroren is. Steek de slang er vervolgens pre-
cies zo ver weer in.
Controleer en reinig eventueel
Druk op de resettoets van de elektronica. Informeer de
serviceafdeling wanneer dit probleem zich herhaalt.
Ontkoppel het toestel gedurende ca. één minuut op
alle polen van de netspanning. Als de ventilator op-
nieuw niet opstart, informeer dan de serviceafdeling.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
