Bijzondere instructies Algemene aanwijzingen Bijzondere - Maak de installatie aan de waterzijde leeg terwijl de warmtepomp volledig uitgeschakeld instructies is en wanneer er vorstgevaar bestaat. BedieninG - Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, alsmede door personen met fysieke, zintuig- lijke of geestelijke beperkingen of met een ge- Algemene aanwijzingen brek aan ervaring en kennis gebruikt worden,...
BedieninG Veiligheid Andere aandachtspunten in deze documentatie de in de eerste alinea van deze paragraaf aangegeven meetom- standigheden respecteert. Info Veiligheid Algemene aanwijzingen worden aangeduid met het hier- naast afgebeelde symbool. f Lees de aanwijzingsteksten grondig door. Reglementair gebruik Houd rekening met de werkingsgebieden die vermeld zijn in het symbool Betekenis hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel".
BedieninG toestelbeschrijving Toestelbeschrijving Materiële schade Tijdens de ontdooifase schakelt de ventilator uit en wordt Minimale softwarestanden de warmtepompkring omgekeerd. De voor het ontdooi- en benodigde warmte wordt uit het buffervat gehaald. Voor de werking van de warmtepomp zijn minstens de volgende Wanneer u zonder buffervat werkt, moet u het hoofdstuk softwarestanden vereist: "Menu / Menubeschrijving / INSTELLINGEN / VERWAR-...
BedieninG onderhoud en verzorging Onderhoud en verzorging storing oorzaak Oplossing Het gebouw is nieuwbouw en Verhoog de bivalentietem- bevindt zich in de droogfase peratuur tot +5 °C. (droog wonen). Na 1 tot 2 jaar kan de biva- Materiële schade lentietemperatuur worden Onderhoudswerkzaamheden, zoals het controleren van gereset naar bijv.
instAllAtie Veiligheid instAllAtie - Montageconsole MK 1 - Aansluitset AS-WP 1 - Aansluitset AS-WP 2 Veiligheid Voorbereidingen Installatie, ingebruikname, onderhoud en reparatie van het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd worden. Algemene veiligheidsaanwijzingen Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uitslui- tend bij gebruik van originele onderdelen en reserveonderdelen voor het toestel.
instAllAtie Voorbereidingen Veiligheidsafstand voor veiligheidsconcept Opstelling op een console WAARSCHUWING letsel Info Koudemiddel is zwaarder dan lucht. In geval van lekkage De veiligheidsafstanden tot de lichtkokers gelden voor de kan het ontsnappende koudemiddel via open ramen in volgende consoles: ruimten onder de installatielocatie terechtkomen. Wan- - Montageconsole MK 1 neer er koudemiddel uit het toestel loopt, gaat het kou- - Staande console SK 1...
instAllAtie Voorbereidingen Minimumafstanden 9.3.1 Minimale afstanden bij cascades Info f Als het toestel naast lichtkokers wordt opgesteld, ≥1000 ≥500 ≥500 moet de veiligheidsafstand tot lichtkokers absoluut worden aangehouden (zie hoofdstuk "Veiligheidsaf- stand voor veiligheidsconcept"). ≥300 ≥1000 ≥500 ≥250 ≥250 f Houd de minimale afstanden aan om een storingsvrije werking van het toestel te waarborgen en onderhoudswerk- zaamheden aan het toestel mogelijk te maken.
instAllAtie Voorbereidingen 9.3.2 Opstelling in de buurt van de kust Voedingsleidingen installeren WAARSCHUWING letsel f Dicht de doorvoeren voor alle voedingsleidingen naar het gebouw waterdicht af. Voedingsleidingen zijn alle elektrische leidingen en aanvoer- en retourleidingen. >500 m f Bescherm alle voedingsleidingen door een mantelbuis tegen vocht, schade en UV-straling.
Pagina 11
instAllAtie Voorbereidingen Fundering met uitsparing f Haak telkens twee hoeken vanaf de zijkant in de slobgaten aan de voor- en achterzijde. Let erop dat voor de linker- en rechterslobgaten telkens de juiste hoek gebruikt wordt. f Lijn de hoeken op een wijze uit, zodat de groef van de hoek in het toestel ingehaakt is.
instAllAtie Voorbereidingen 9.6.2 Opstelling op strokenfundering Aanwijzing Om het toestel extra te beveiligen tegen omkantelen, kan Strookfundering het op de fundering worden geschroefd. f Gebruik het toebehoren waarmee het toestel op de transportpallet bevestigd was. f Haak telkens twee hoeken vanaf de zijkant in de slobgaten aan de voor- en achterzijde.
instAllAtie Voorbereidingen 9.6.3 Staande console SK 1 Info f Installeer een verwarmingslint bij de montage op de ≥300 wand- of standconsole (zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting / verwarmingslint"). A 1160 1 Verwarming aanvoer 2 Verwarming retour 3 Condensaatafvoer 4 Verwarmingslint 5 Condensaatafvoerbuis 6 Wandconsole f Neem de statische grenzen in acht van de gebruikte wand- A Vorstdiepte...
instAllAtie Montage Buffervat Beveiliging toewijzing Kabeldiameter Materiële schade 1x B 25 A Compressor ≥ 2,5 mm² Voor de koelwerking via ventilatorconvectoren is een dif- Alternatief: fusiedicht, geïsoleerd buffervat absoluut noodzakelijk. 1x B 16 A Compressor ≥ 2,5 mm² meer informa- tie onder tabel Info 2x B 16 A Elektrische nood-/...
instAllAtie Montage - Als u het toestel tijdens het transport kantelt, mag dit slechts kortstondig gebeuren op één van de lange zijden. Trans- porteer het toestel daarbij zo dat de compressor zich aan de hoger gelegen zijde van het toestel bevindt. 1 Verwarming aanvoer 2 Verwarming retour - Hoe langer het toestel gekanteld blijft, hoe meer de koelmid-...
instAllAtie Montage De koppeling tot stand brengen 10.5 Zuurstofdiffusie Voordat deze erin gestoken wordt, moet de koppeling in de ont- Materiële schade grendelde stand staan. In deze stand is er een smalle sleuf aan- Vermijd open verwarmingsinstallaties. Gebruik bij vloer- wezig tussen de wartel en de basisbehuizing.
instAllAtie Montage 10.6.3 Verwarmingsinstallatie vullen ge stroomuitval), moet u het toestel aan de waterzijde aftappen. Anders is het toestel niet beschermd tegen vorst. f Vul de verwarmingsinstallatie via de aftapopening (zie het hoofdstuk "Technische gegevens/Afmetingen en aansluitin- Wanneer bij installaties een stroomonderbreking niet kan worden gen").
instAllAtie elektrische aansluiting 11. Elektrische aansluiting 10.7 Condensaatafvoer Om optredend condensaat af te voeren, is in de fabriek een con- densaatafvoer gemonteerd op de ontdooibak. Info De lekstroom van dit toestel kan > 3,5 mA zijn. Aangezien het toestel op de huisinstallatie is aangesloten, worden bij een verschilstroommeting de lekstroom van het toestel en de foutstromen van de installatie samen geregistreerd.
Pagina 19
instAllAtie elektrische aansluiting f Schuif de afdekking omhoog. f Zwenk het aansluitpaneel opzij. 1 Aansluitgedeelte 2 Trekontlasting f Leid alle elektriciteitskabels door de trekontlastingen. f Bevestig het aansluitpaneel met de vergrendelinrichting. Als er weinig ruimte is achter het toestel kunt u het aansluitpaneel uitklappen.
Pagina 20
instAllAtie elektrische aansluiting Aansluiting XD02: elektrische nood-/bijverwarming (NHZ) Aansluitconfiguratie f Sluit de elektrische nood-/bijverwarming aan. f Isoleer de draden van de elektriciteitskabels voor de elektri- sche nood-/bijverwarming over 10-11 mm. Als het cv-water tijdens het ontdooien onder de 15 °C komt, wordt f Sluit de elektrische leidingen volgens de onderstaande af- de nood-/bijverwarming geactiveerd.
instAllAtie Ingebruikname Aansluitpaneel sluiten f Laat de elektrische kabel van het verwarmingslint van onder- af naar het aansluitpaneel lopen. 1 Tandring f Sluit het verwarmingslint elektrisch aan. 2 Schroef f Sluit het aansluitpaneel. f Zet de afdekking vast met de schroef en de veerring. f Sluit de volgende componenten in overeenstemming met de 12.
instAllAtie Ingebruikname 12.1.3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 12.2 Gebruik met een externe tweede warmteopwekker Bij een omgevingstemperatuur van minder dan -15 °C is het mo- gelijk dat de veiligheidstemperatuurbegrenzer van de elektrische Het toestel is in de fabriek op compressorwerking met elektrische nood-/bijverwarming in werking treedt. nood-/bijverwarming ingesteld.
instAllAtie Ingebruikname f Open het verwarmingscircuit of de verwarmingscircuits in de Wanneer de externe opvoerhoogte voor het minimumdebiet on- voldoende is, moeten dientengevolge andere verwarmingscircuits referentieruimte volledig. van de vloerverwarming permanent geopend worden. f Sluit alle andere verwarmingscircuits. f Als er een overstortventiel in de verwarmingsinstallatie is Minimale volumestroom controleren geïnstalleerd, sluit u het overstortventiel.
instAllAtie Instellingen - Thermostaatklep(pen) of zoneklep(pen) in een referentie- Parameters Instelling ruimte (bv. woon- en badkamer) volledig openen. MINIMAAL POMPVERMOGEN (INBEDRIJFSTELLING / LAADPOMPREGELING / STANDBY / AANSTURINGSWIJZE) Het is aan te bevelen geen thermostatische kranen of MAXIMALAL POMPVERMOGEN (INBEDRIJFSTELLING / zonekranen te monteren in de referentieruimte. Regel LAADPOMPREGELING / STANDBY / AANSTURINGSWIJZE) voor deze ruimtes de temperatuur met behulp van een afstandsbediening.
instAllAtie overdracht van het toestel Er zijn twee varianten beschikbaar voor nachtbedrijf. Parameters WÄRMTEPOMP UIT (INBEDRIJFSTELLING / STILLE MODUS) Variant 1: Gereduceerd nachtbedrijf U kunt het geluidsvermogensniveau van het apparaat via het 13.4 Overige instellingen vermogen of de ventilator verlagen. Als de nood-/bijverwarming f Neem voor de werking met en zonder buffervat de info in de wordt ingeschakeld, ontstaan er hogere bedrijfskosten.
instAllAtie Onderhoud 17. Storingen verhelpen 15.2 Spanningsonderbreking Als de installatie permanent van de netvoeding dient te worden WAARSCHUWING elektrische schok ontkoppeld,neem dan de volgende info in acht: f Schakel het toestel voor aanvang van de werkzaam- heden spanningsvrij in de schakelkast. Materiële schade Nadat het toestel spanningsvrij is geschakeld, kan het Maak de installatie aan de waterzijde leeg terwijl de...
instAllAtie storingen verhelpen Schuifschakelaar (BA) f Controleer of de schuifschakelaar (BA) in de juiste positie staat. Verwarmingsmodus Verwarmings- en koelwerking 1 Resetknop 2 Schuifschakelaar (WP-type) 3 Schuifschakelaar (BA) 4 led's Schuifschakelaar (WP-type) Met de schuifschakelaar (WP-type) kunt u op de IWS de verschil- lende warmtepomptypes instellen.
instAllAtie storingen verhelpen 17.2 Lichtdioden (led) 17.4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten Indien de warmwatertemperatuur hoger is dan 85 °C, bijv. door een te laag debiet, wordt de nood-/bijverwarming uitgeschakeld. 1 Toets Reset 2 Led’s De betekenis van de lichtdiodes op de IWS wordt in de volgende tabel aangegeven.
IJsvorming treedt met name op wanneer er bij matige buitentemperaturen hoge verwar- mingsprestaties worden verlangd. 18. Technische gegevens 18.1 Afmetingen en aansluitingen 1160 1270 e02 e01 WPL-A 05 HK 230 Premium WPL-A 07 HK 230 Premium Verwarming aanvoer Aansluittype Steekverbinding Steekverbinding Diameter Verwarming retour...
Het vermogensverbruik van de geïntegreerde hulpaandrijvingen is aangegeven als maximumwaarde en kan variëren afhankelijk van het bedrijfspunt. Het vermogensverbruik van de geïntegreerde hulpaandrijvingen is al aangegeven in de vermogensgegevens van de warmtepomp in overeenstemming met EN 14511. WPL-A 05 HK 230 Premium WPL-A 07 HK 230 Premium 202669 200123 Warmtevermogens Warmtevermogen bij A7/W35 (min./max.)
Pagina 37
WPL-A 05 HK 230 Premium WPL-A 07 HK 230 Premium Werkingsgebied Min. werkingsgebied warmtebron °C Max. werkingsgebied warmtebron °C Min. werkingsgebied verwarmingszijde °C Max. werkingsgebied verwarmingszijde °C Werkingsgebied warmtebron bij W65 °C Min. werkingsgebied buitentemperatuur koelwerking °C Max.
GARANTIE | MILIEU EN RECYCLING Garantie Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet. Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaat- schappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze producten, alleen garantie worden verleend door deze doch- termaatschappij.
Pagina 39
NOTITIES www.stiebel-eltron.com WPL-A Premium...
Pagina 40
Hungary South Africa STIEBEL ELTRON Australia Pty. Ltd. STIEBEL ELTRON Kft. STIEBEL ELTRON Southern Africa (PT Y) Ltd 294 Salmon Street | Port Melbourne VIC 3207 Gyár u. 2 | 2040 Budaörs 30 Archimedes Road Tel. 03 9645-1833 | Fax 03 9644-5091 Tel.