Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen; Minimumdebiet Van De Warmteput Controleren; Menu's En Parameters - Stiebel Eltron LWZ 8 CS Premium Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor LWZ 8 CS Premium:
Inhoudsopgave

Advertenties

INGEBRUIKNAME | MELDINGENLIJST

Instellingen

2.1.4 Minimumdebiet van de warmteput controleren

Het toestel is zo ontworpen dat voor de hydraulische ontkoppeling
van de debieten in het warmtepompcircuit en in het verwarmings-
circuit in combinatie met oppervlakteverwarmingssystemen geen
buffervat nodig is. Bij gebruik van verschillende verwarmingscir-
cuits adviseren wij een open verdeler te voorzien.
f Selecteer in het menu „FAVORIETEN" de parameter
f
„DEBIET".
Het instellen gebeurt in de warmtepompwerking. Daarvoor moe-
ten eerst de volgende instellingen uitgevoerd worden:
f Gebruik het toestel in de verwarmingswerking. Schakel daar-
f
voor bijv. het toestel om naar „MANUELE WERKING". Noteer
van te voren de ingestelde waarde en stel de parameter
„WW-NOM-MANUEEL" in op de waarde 10 °C.
f Verhoog de parameter „NOM. VERW.CIRC. MAN." naar de
f
maximale waarde, zodat de compressor start.
Wacht totdat het toestel minstens vijf minuten gewerkt heeft. Op
het display moeten de volgende tekens verschijnen:
Minimumdebiet zonder buffervat of open verdeler
Er moeten in dit geval in de verwarmingsinstallatie één of meer
verwarmingscircuits geopend blijven. Het of de geopende verwar-
mingscircuit(s) moet(en) in de referentieruimte (ruimte waar het
externe bedieningspaneel geïnstalleerd is, bijv. de woonkamer
of badkamer) geïnstalleerd zijn. De kamerregeling van de refe-
rentieruimte kan met het externe bedieningspaneel of indirect
door aanpassing van de verwarmingscurve of activering van de
kamerinvloed worden uitgevoerd.
f Open het verwarmingscircuit of de verwarmingscircuits in de
f
referentieruimte volledig.
f Sluit alle andere verwarmingscircuits.
f
f Als een overstortventiel in de verwarmingsinstallatie in het
f
systeem geïnstalleerd is, moet u die voor het bepalen van het
minimumdebiet volledig afsluiten.
f Stel de parameter „POMPTOERENTAL VERW." zo in dat het
f
voor de werking van de installatie vereiste minimumdebiet
gewaarborgd is (zie het hoofdstuk „Technische gegevens /
Gegevenstabel"). Het werkelijke debiet kunt u aflezen van de
waarde van de eerder ingestelde favoriet „DEBIET".
Info
Wijzig de parameter "POMPTOERENTAL WW" niet. Het
pomptoerental voor de warmwaterwerking is in de fa-
briek zo optimaal mogelijk ingesteld.
Debiet met buffervat of open verdeler
f Stel de parameter „POMPTOERENTAL VERW." zo in dat het
f
voor de werking van de installatie vereiste nominale debiet
is gewaarborgd (zie het hoofdstuk „Technische gegevens /
Gegevenstabel"). Het werkelijke debiet kunt u aflezen van de
waarde van de eerder ingestelde favoriet „DEBIET".
4
| LWZ 5-8 CS Premium / LWZ 5 S Plus / LWZ 5-8 S Trend / LWZ 5 S Smart
Info
Wijzig de parameter "POMPTOERENTAL WW" niet. Het
pomptoerental voor de warmwaterwerking is in de fa-
briek zo optimaal mogelijk ingesteld.
2.1.5 Ingebruikname afronden
f Stel alle vereiste parameters in die in het menu „INGEBRUIK-
f
NAME" staan.
f Activeer de ventilatie wanneer u gecheckt hebt of er geen
f
grote stofvorming kan optreden.
f Stel de volgende waarden in:
f
STAND-DAG
STAND-NACHT
STAND-STAND-BY
STAND-MANUEEL
STAND-PARTY
f Stel de parameter „BIVALENTIEPUNT" in overeenkomstig de
f
warmtebehoefte van het gebouw.
Als het toestel monovalent gedimensioneerd wordt, is het aan
te bevelen het bivalentiepunt in te stellen op de genormeerde
buitentemperatuur. De genormeerde buitentemperatuur vindt u
in de ontwerpdocumentatie.
Info
Nieuwe gebouwen hebben door het vocht dat in de
bouwmaterialen zit, een hogere warmtebehoefte dan
gebouwen van één of twee jaar oud. Daarom is in be-
paalde situaties een hoger bivalentiepunt vereist dan
voorzien was.
f Activeer de „WW-BUFFERWERKING" alleen als een luchtver-
f
warmingselement als enige verwarmingssysteem aanwezig
is. Ga daarvoor in het menu naar de functie „WARM WATER"
en vervolgens naar het gebied „BASISINSTELLING".
f Verwarm het systeem tot de maximale bedrijfstemperatuur.
f
Stel daarvoor het toestel in op manuele werking en stel de
betreffende gevraagde waarden in. Ontlucht daarna de ver-
warmingsinstallatie opnieuw.
Materiële schade
!
Houd bij vloerverwarmingen rekening met de maximale
systeemtemperatuur.
3.
Instellingen
3.1

Menu's en parameters

Behalve het instellen van de gevraagde waarden die in hoofdstuk
„Bediening" van de bedieningshandleiding beschreven zijn, kun-
nen ook de installatiespecifieke parameters aangepast worden.
Deze parameters zijn beveiligd tegen onopzettelijk veranderen en
zijn pas na het invoeren van een viercijferige code toegankelijk. In
de fabriek is als code 1000 geprogrammeerd.
2
1
0
2
3
www.stiebel-eltron.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave