7
Inbedrijfstelling
Voor SL2 Basic, SL2 Advance System en SL2 Power System geldt dezelfde pro-
cedure voor de inbedrijfstelling.
7.1
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
Let tijdens de installatie altijd op de veiligheidsaanwijzingen in de voorafgaande
hoofdstukken!
Controleer
•
vóór de
inbedrijfstelling
•
of
•
•
•
•
•
•
7.2
Procedure voor de commuteringsbeweging
In tegenstelling tot wat bij roterende servomotoren het geval is, bestaat bij lineaire SL2-
motoren aanvankelijk geen mechanische samenhang tussen encodersysteem, primair
deel en secundair deel.
Deze samenhang moet tijdens de inbedrijfstelling tot stand worden gebracht.
Vervolgens kan de synchrone lineaire SL2-motor correct worden aangestuurd door de
servoregelaar.
Deze procedure wordt commuteringszoekactie of commuteringsbeweging genoemd.
Deze vindt plaats
•
•
Technische handleiding – Synchrone lineaire SL2-motoren
het primaire deel over het gehele bewegingstraject licht, vrij en zonder mechanische
aanraking van het primaire en secundaire deel kan worden verschoven;
alle aansluitingen correct zijn uitgevoerd;
alle beveiligingen correct zijn geïnstalleerd;
alle motorbeveiligingen actief zijn;
bij hijswerken de rem correct functioneert;
®
u een MOVIDRIVE
hebt met een firmwareversie die lineaire SL2-motoren
ondersteunt;
(bijvoorbeeld MOVIDRIVE
er geen andere risico's aanwezig zijn;
de inbedrijfstellingssoftware MOVITOOLS
bij systemen met absolute trajectmeting: eenmalig bij de "encoderaanpassing";
bij systemen met incrementele trajectmeting: telkens na het inschakelen of resetten.
Inbedrijfstelling
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
®
MCH xxx -08; MDV xxx -08 of MOVIDRIVE
®
op uw pc is geïnstalleerd.
I
7
0 0
®
B MDX...-08)
55