5.4
Montage van SL2 Advance System en SL2 Power System
Afbeelding 12: bevestiging van het primaire deel op het geleidingssysteem
[1] Geleidewagen
[2] Zijde vast lager
[3] Zijde glijlager
[4] Eindplaat
Het SL2 Advance System en het SL2 Power System worden op de geleidewagen [1]
vastgeschroefd. Boringen voor cilinderbouten conform DIN EN ISO 4762 (voorheen
DIN 912) zijn daarvoor in de behuizing van het primaire deel aangebracht (de bouten
zijn niet bij de levering inbegrepen).
De beschikbare geleidingssystemen voor SL2 Advance System en SL2 Power
System Æ zie hoofdstuk 10.7.
Deze boutverbinding is van doorslaggevend belang voor de mechanische belastbaar-
heid van het primaire deel. Gebruik bouten van de sterkteklasse 8.8 Æ hoofdstuk 5.7.
Afwijkende belastingen van de boutverbinding moeten worden bepaald aan de hand
van de standaardberekeningsprocedures die in de machinebouw worden gebruikt
(VDI 2230). Hierbij wordt rekening gehouden met de belastingen van de klant en de
vormgeving van het geleidingssysteem.
De basis van de berekening mag de maximale grensvlakdruk onder de kop van de bout
van 230 N/mm² niet overschrijden. De wrijvingswaarde µ
bedraagt 0,15.
Type
Zijde vast lager [2]
SL2-050
Zijde glijlager [3]
Zijde vast lager [2]
SL2-100
Zijde glijlager [3]
Zijde vast lager [2]
SL2-150
Zijde glijlager [3]
Technische handleiding – Synchrone lineaire SL2-motoren
Montage van SL2 Advance System en SL2 Power System
[3]
Boutgrootte
M6x12
M6x16
M8x16
M8x20
M8x16
M8x20
Mechanische installatie
[4]
[1]
Aanhaalmoment
[Nm]
VS
10
8
10
8
20
8
20
8
20
20
[2]
56147AXX
onder de kop van de bout
kop
Aantal bouten
S
M
8
12
8
12
8
12
8
12
8
8
8
8
5
ML
12
12
12
12
12
12
31