Mechanische installatie
5
Montage van SL2 Basic
5.3
Montage van SL2 Basic
Voordat u begint
Voorbereiding
van de montage
van het primaire
deel SL2 Basic
30
Controleer of
•
de specificaties op het typeplaatje van de aandrijving resp. de uitgangsspanning van
de servoregelaar overeenkomen met die van het elektriciteitsnet;
•
de aandrijving onbeschadigd is (geen schade door transport of opslag);
•
het zeker is dat er aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– omgevingstemperatuur tussen +5°C en +40°C
– geen oliën, zuren, gassen, dampen, stralingen, enz.
– plaatsingshoogte max. 1000 m boven zeeniveau.
Begin met de montage van het primaire deel. Monteer de secundaire delen pas
nadat alle andere montagewerkzaamheden zijn afgerond, vlak voordat de aandrij-
ving in bedrijf wordt gesteld. Let bij het hanteren van de secundaire delen op de
veiligheidsaanwijzingen (zie hoofdstuk 2).
[1]
Afbeelding 11: primair deel SL2 Basic
Montagevlak [1]:
De montagevlakken van het primaire deel zijn af fabriek voorzien van een corrosiewe-
rend middel. Deze corrosiewering mag niet worden verwijderd. Maak het vlak vóór de
montage alleen voorzichtig met een niet-pluizende doek schoon om vastklevend stof,
vuil e.d. te verwijderen.
Bevestigingsbouten:
Gebruik alle M5-draadgaten in het montagevlak voor de bevestiging. Gebruik hiervoor
bouten met grootte M5, sterkteklasse 8.8 of hoger. De minimale inschroefdiepte is
8 mm. Het aanhaalkoppel is altijd 6 Nm en mag nooit worden overschreden, ook niet bij
bouten met een grotere sterkte.
1) Let op de in hoofdstuk 4.9 van de catalogus beschreven derating-specificaties.
1)
53349AXX
Technische handleiding – Synchrone lineaire SL2-motoren