Start-Stop-controlelamp
De lamp gaat branden wanneer
de motor automatisch is gestopt.
De lamp gaat knipperen om u te
laten weten wanneer de motor opnieuw
moet worden gestart. Zie
Auto-Start-Stop (bladzijde 104). Zie
Infoberichten (bladzijde 72).
Controlelamp lage
bandenspanning
Gaat branden als de
bandenspanning één of meer
keer onder de juiste druk is. Zie
Bandenspanningcontrolesysteem
(bladzijde 196).
Controlelamp water in brandstof
Auto's met dieselmotor
De controlelamp gaat branden
ingeval van overmatige
hoeveelheden water in het
brandstoffilter. Tap het water onmiddellijk
af. Zie Water in brandstoffilter
aftappen (bladzijde 172). Gaat deze
branden nadat het water is afgetapt, dan
geeft dit aan dat onderhoud van het
brandstoffilter nodig is. Laat uw auto
onmiddellijk door een erkende dealer
controleren.
AKOESTISCHE
WAARSCHUWINGSSIGNALEN
EN -INDICATIES
Secundaire waarschuwing airbag
Weerklinkt wanneer er een storing met het
airbagsysteem en de airbagcontrolelamp
is.
Transit (TTG) Vehicles Built From: 19-06-2014, EK3J-19A321-ABA (CG3612nlNLD) nlNLD, Edition date: 04/2014, First Printing
Instrumentenpaneel
Auto-Start-Stop
Weerklinkt wanneer het bestuurdersportier
geopend is en Auto-Start-Stop is
ingeschakeld terwijl de motor is gestopt.
Portier open
Weerklinkt wanneer een portier niet
helemaal dicht is en de auto rijdt.
Nooddeur open
Weerklinkt voortdurend wanneer de
nooddeur open is.
Buitenverlichting aan
Weerklinkt wanneer het bestuurdersportier
open is en de buitenverlichting aan is.
Waarschuwing te hoge snelheid
Weerklinkt wanneer de auto een ingestelde
snelheid overschrijdt.
Handrem ingeschakeld
Weerklinkt als de parkeerrem is
ingeschakeld en de auto rijdt. Als het
waarschuwingssignaal weerklinkt nadat u
de handrem heeft uitgeschakeld, laat het
systeem dan onmiddellijk controleren door
een erkende dealer.
Waarschuwing veiligheidsgordel
Weerklinkt wanneer de veiligheidsgordel
niet is vastgeklikt in een stoel waarop
iemand zit en de auto rijdt.
65