Download Print deze pagina

Ford TRANSIT 2014 Instructieboekje pagina 65

Advertenties

Als beide lampen gaan branden terwijl de
motor draait, breng de auto dan zo snel
mogelijk tot stilstand wanneer dit veilig
kan. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot
verminderd vermogen en afslaan van de
motor. Zet de auto van contact en probeer
de motor te starten. Laat de auto
onmiddellijk door een erkende dealer
controleren als de motor kan worden
gestart.
Waarschuwingslamp uitlaatvloei-
stofemissie
Gaat branden wanneer de
dieseluitlaatvloeistof laag is. Zie
Systeem selectieve
katalysatorreductie (bladzijde 110).
Als deze gaat branden terwijl uw auto rijdt
en er voldoende dieseluitlaatvloeistof is,
wijst dit op een systeemstoring. Laat uw
auto onmiddellijk door een erkende dealer
controleren.
Waarschuwingslamp airbag voor
Indien deze niet gaat branden
wanneer u de motor start, blijft
knipperen of ingeschakeld blijft,
wijst dit op een storing. Laat uw auto
onmiddellijk door een erkende dealer
controleren.
Controlelamp mistlampen vóór
Dit lampje gaat branden
wanneer u de mistlampen vóór
inschakelt.
Waarschuwingslamp Vorst
WAARSCHUWING
Zelfs wanneer de temperatuur tot
boven +39°F (4ºC) stijgt, is dit nog
geen garantie dat de weg vrij is van
gevaren die door plotselinge
weersveranderingen kunnen ontstaan.
Transit (TTG) Vehicles Built From: 19-06-2014, EK3J-19A321-ABA (CG3612nlNLD) nlNLD, Edition date: 04/2014, First Printing
Instrumentenpaneel
Controlelampje gloeibougie
Controlelampje koplampen
achterlichten inschakelt.
Controlelampje grootlicht
u een lichtsignaal geeft.
Controlelamp hellingstartassisten-
tiesysteem
N.B.: Niet beschikbaar op alle
instrumentenpanelen.
Waarschuwingslamp laadstroom
stroomverbruikers uit. Laat uw auto
onmiddellijk door een erkende dealer
controleren.
Controlelamp afwijken rijstrook
63
Gaat branden wanneer de
buitentemperatuur 39°F (4°C)
of lager is.
Als de lamp brandt, wacht dan
tot deze dooft alvorens de motor
te starten.
De controlelamp gaat branden
wanneer u het dimlicht van de
koplamp, de zijlichten of de
De controlelamp gaat branden
wanneer u het grootlicht
inschakelt. Het knippert wanneer
Deze gaat branden wanneer het
systeem niet beschikbaar is.
Indien dit lampje tijden het rijden
gaat branden, wijst dit op een
storing. Schakel alle overbodige
Deze gaat branden wanneer u
het systeem uitschakelt.

Advertenties

loading