AUTO-START-STOP
Auto-Start-Stop gebruiken
WAARSCHUWINGEN
Indien het systeem dit vereist, kan de
motor automatisch opnieuw worden
gestart. De motor wordt alleen
automatisch opnieuw gestart wanneer een
van de pedalen wordt ingetrapt. Als er
geen pedaal wordt ingetrapt, gaat de
controlelamp van Auto-Start-Stop
knipperen en wordt een bericht
weergegeven in het informatiedisplay.
Schakel het contact uit voordat de
motorkap wordt geopend of
onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd.
Schakel altijd het contact uit voordat
u uit de auto stapt, want het systeem
kan de motor wel uitgeschakeld
hebben, maar het contact is nog steeds
ingeschakeld.
Het systeem werkt wellicht niet
wanneer extra energieverbruikers
blijven aangesloten bij uitgeschakeld
contact.
Het systeem helpt het brandstofverbruik
en de CO2-emissies te verlagen door de
motor uit te schakelen wanneer de auto
stationair draait, bijvoorbeeld bij
verkeerslichten. De motor wordt
automatisch opnieuw gestart wanneer u
het koppelingspedaal intrapt of wanneer
een voertuigsysteem dit aanvraagt,
bijvoorbeeld om te voorkomen dat de
voertuigaccu leeg raakt.
Om maximaal voordeel uit het systeem te
halen, moet de keuzehendel in neutraal
worden gezet en het koppelingspedaal bij
een stop van langer dan drie seconden
worden losgelaten.
Transit (TTG) Vehicles Built From: 19-06-2014, EK3J-19A321-ABA (CG3612nlNLD) nlNLD, Edition date: 04/2014, First Printing
Unieke rijeigenschappen
104
N.B.: Voor auto's met Auto-Start-Stop
verschillen de accuvereisten. U moet de
auto-accu vervangen door een accu van
exact dezelfde specificatie.
N.B.: Het systeem werkt alleen wanneer de
motor de normale bedrijfstemperatuur heeft
bereikt en de buitentemperatuur binnen het
bedrijfsbereik voor het systeem ligt.
N.B.: Als u de motor laat afslaan en
vervolgens binnen vijf seconden het
koppelingspedaal intrapt, dan wordt de
motor automatisch opnieuw gestart.
N.B.: De controlelamp van Auto-Start-Stop
brandt groen wanneer de motor wordt
uitgeschakeld. Zie Waarschuwings- en
indicatielampen (bladzijde 61).
N.B.: Als het systeem wordt uitgeschakeld,
dan brandt de indicatielamp in de
schakelaar.
N.B.: Bij auto's met een Eco-systeem wordt
het Auto-Start-Stop-systeem samen met
de snelheidsbegrenzer ingeschakeld. Zie
Eco-modus (bladzijde 141). Zie
Snelheidsbegrenzer (bladzijde 136).
Het systeem uit- en inschakelen
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u het contact
inschakelt. Druk op de knop in het
instrumentenpaneel om het systeem uit
te schakelen. Het systeem wordt alleen
uitgeschakeld gedurende de huidige
contactcyclus. Druk nogmaals op de knop
om het systeem in te schakelen. Zie In één
oogopslag (bladzijde 10).