Ruitenwissers en ruitensproeiers
N.B.: Als u de automatisch inschakelende
koplampen inschakelt, zullen de koplampen
automatisch worden ingeschakeld wanneer
de wissers van de voorruit voortdurend
blijven wissen.
N.B.: Bij natte of winterse
rijomstandigheden met ijs, sneeuw of zoute
mist op de weg, is het mogelijk dat de
wissers niet vlot of niet zoals verwacht
wissen of dat er vegen ontstaan.
In dat geval kunt u het volgende doen:
•
Zet de gevoeligheid van de
automatische wissers lager om de
vegen op de voorruit te beperken.
•
Schakel naar normaal of snel wissen.
•
Schakel de automatische wisfunctie
uit.
A
Hoge gevoeligheid
B
Aan
C
Lage gevoeligheid
De automatische wisfunctie maakt gebruik
van een regensensor die zich in het gebied
rond de binnenspiegel bevindt. De
regensensor bewaakt de hoeveelheid
vocht op de voorruit en schakelt de
ruitenwissers automatisch in. Deze zal de
snelheid van de ruitenwisser aanpassen
op basis van de hoeveelheid vocht die de
sensor op de voorruit ontdekt.
Transit (TTG) Vehicles Built From: 19-06-2014, EK3J-19A321-ABA (CG3612nlNLD) nlNLD, Edition date: 04/2014, First Printing
Gebruik de draaiknop om de gevoeligheid
van de automatische wisfunctie af te
stellen. Als u een lage gevoeligheid kiest,
werken de wissers wanneer de sensor een
grote hoeveelheid water op de voorruit
detecteert. Als u een hoge gevoeligheid
kiest, werken de wissers wanneer de sensor
een kleine hoeveelheid water op de
voorruit detecteert.
Houd de buitenzijde van de voorruit
schoon. De regensensor is erg gevoelig en
de wissers kunnen in werking treden als
vuil, mist of insecten tegen de voorruit
vliegen.
VOORRUITSPROEIERS
N.B.: Bedien de sproeiers niet wanneer het
sproeierreservoir leeg is. Dit kan leiden tot
oververhitting van de sproeierpomp.
N.B.: Bedien de sproeiers niet langer dan
10 seconden per keer.
Trek de hendel naar u toe om de sproeier
te gebruiken.
Wanneer u de hendel loslaat, gaat het
ruitenwissen nog even door.
47