Snelheidsregeling (Cruise Control)
•
de temperatuur van de remmen te
hoog is, bijvoorbeeld tijdens het rijden
door de bergen of over heuvelachtige
wegen.
•
het motortoerental te laag is.
•
de radarsensor is afgedekt.
•
u de parkeerrem inschakelt.
N.B.: Als het motortoerental te laag is,
verschijnt er een bericht op het display. Er
wordt geadviseerd een versnelling terug te
schakelen (alleen handgeschakelde
versnellingsbak). Als u dit advies niet
opvolgt, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld.
Forward Alert functie
WAARSCHUWINGEN
Wacht nooit tot een waarschuwing
voor een aanrijding. Tijdens het rijden
bent u verantwoordelijk voor het
handhaven van de juiste afstand en
snelheid, ook wanneer het systeem is
ingeschakeld.
Het systeem reageert alleen op
voertuigen die vóór u in dezelfde
richting rijden en reageert niet op
langzaam rijdende of stilstaande
voertuigen.
Rijd nooit op een zodanige manier
dat het systeem wordt geactiveerd.
Het systeem is uitsluitend bedoeld
om in noodsituaties te assisteren.
Waarschuwingen kunnen laat, niet
of onnodig gegeven worden door
onverwachte reacties m.b.t. de
stralenbundel. Zie Werking (bladzijde 129).
Het systeem waarschuwt u voor gevaar op
een botsing met de auto voor u.
Het systeem waarschuwt u met een
geluidssignaal en een waarschuwing
weergegeven op het informatiedisplay.
Transit (TTG) Vehicles Built From: 19-06-2014, EK3J-19A321-ABA (CG3612nlNLD) nlNLD, Edition date: 04/2014, First Printing
De ondersteuning van het remsysteem
helpt om volledige remkracht te verkrijgen
en beperkt de ernst van een botsing met
de auto voor u.
N.B.: De ondersteuning van het remsysteem
reduceert alleen de snelheid waarmee de
aanrijding plaatsvindt wanneer u
onmiddellijk na de waarschuwing remt.
N.B.: Als u het rempedaal snel genoeg
intrapt, blijft de volledige remwerking
behouden. Het maakt niet uit hoeveel kracht
u op het pedaal uitoefent.
N.B.: De ondersteuning van het remsysteem
bereidt het remsysteem voor op snel
remmen en de remmen komen soepel in
aangrijping. Dit kan worden ervaren als een
lichte schok.
N.B.: Aanrijdingswaarschuwingen komen
alleen voor wanneer u het systeem
inschakelt. De ondersteuning van het
remsysteem is altijd ingeschakeld en u kunt
deze niet uitschakelen.
N.B.: U kunt het systeem gebruiken met of
zonder inschakelen van het adaptieve cruise
control systeem.
N.B.: Het systeem maakt gebruik van
dezelfde radarsensor als de adaptive cruise
control en heeft daardoor dezelfde
beperkingen. Zie Werking (bladzijde 129).
Het systeem in- en uitschakelen
Het systeem kan worden in- en
uitgeschakeld met behulp van de
informatiedisplay. Zie Algemene
informatie (bladzijde 66).
N.B.: Wanneer u het systeem uitschakelt,
blijft een waarschuwingslampje op het
informatiedisplay branden. Zie
Waarschuwings- en indicatielampen
(bladzijde 61).
N.B.: De systeemstatus en -instellingen
blijven onveranderd wanneer u het contact
inschakelt.
134