Storing
4. De pomp loopt
voortdurend aan
en valt meteen
daarna terug uit.
10.1 Explosietekening van de pompen
Zie de pagina's 206 en 207 voor de bestelnummers
van de verschillende onderdelen.
11. De pomp verschroten
Volg de onderstaande instructies op wanneer de
pomp of onderdelen ervan worden weggedaan:
1. Lever de pomp of de onderdelen in bij het plaat-
selijke openbare of private afvalinzamelpunt.
2. Is er geen afvalinzamelpunt voorhanden of wei-
gert het de pomp, de onderdelen en/of de even-
tuele gevaarlijke materialen, lever ze dan in bij
het/de dichtstbijzijnde Grundfos-verdeelpunt of
onderhoudsdienst.
Oorzaak
a) Het differentieel tussen de aan-
loop- en uitschakeldruk in de druk-
schakelaar is te klein.
b) De vlotterschakelaar werd niet
correct ingesteld.
c) De terugslagklep lekt of is geblok-
keerd in half geopende positie.
d) De voedingsspanning is onstabiel.
e) De motor wordt te heet.
f) De pomp is geblokkeerd.
g) De druk van het luchtkussen in de
balgketel is te laag.
h) De balgketel is te klein.
i)
Het membraan of de balg van de
tank is defect.
Ingreep
Verhoog het differentieel. De stopdruk mag
echter niet hoger zijn dan de werkdruk van
de druktank, terwijl de startdruk hoog
genoeg moet zijn opdat er voldoende
debiet voorhanden zou zijn.
Stel de vlotterschakelaar zó in dat er vol-
doende tijd verstrijkt tussen het in- en uit-
schakelen van de pomp; zie hoofdstuk
7.1 De vlotterschakelaar instellen.
Reinig of vervang de terugslagklep.
Neem contact op met de elektriciteits-
maatschappij.
Controleer de temperatuur van het water.
Reinig de pomp en controleer of alle rote-
rende onderdelen vrij kunnen draaien.
Stem de voorbelastingsdruk in de tank af
op de installatie; raadpleeg daarvoor de
installatie- en bedieningsinstructies van de
tank.
Verhoog de capaciteit van de druktank
door de tank te vervangen of een extra tank
te voorzien.
Controleer de druktank en vervang ze
indien nodig.
Wijzigingen voorbehouden.
63