10
9.7.3
Zwembadwater-circulatiepomp
Gedurende de Zwembadwater-verwarming loopt de zwembad-
circulatiepomp.
Een
aflopende
wordt door een warmwater-aanvraag, door ontdooiing of door
verhoging van de verwarmingscurve (bijv. na nachtverlaging),
maar niet door een verwarmingsregelaar "meer"-signaal
onderbroken. Bestaat de aanvraag nog na 60 minuten
zwembadwater-verwarming, dan wordt voor 7 minuten de
zwembad-circulatiepomp uitgeschakeld en de verwarmings-
9.7.4
Additionele circulatiepomp
De uitgang additionele circulatiepomp kan geconfigureerd
worden, om een parallele werking van de additionele
circulatiepomp en de compressor van de warmtepomp te
bereiken. Een configuratie volgens verwarmings-, warmwater-
en zwembadbereiding is mogelijk. Bovendien loopt de pomp,
wanneer de teruglooptemperatuur onder 15 °C resp. bij lucht/
9.7.5
Primaire pomp voor warmtebron
De primaire pomp levert de energie van de warmtebron naar de
warmtepomp
Type warmtepomp
Lucht/water-warmtepomp
Grond/water-warmtepomp
Water/water-warmtepomp
10 Inbedrijfstelling van lucht/water-warmtepompen
Wanneer de spanning weer hersteld is, starten lucht/water-
warmtepompen bij buitentemperaturen onder 14 °C resp. 10 °C
met een ontodding. Hiertoe dient de teruglooptemperatuur
tenminste 18 °C te bedragen, om te voorkomen, dat de
ontdooiing door onderschreiding van de minimaal toegestane
temperatuur aan de vorstbeveiligingsvoeler verbroken wordt
Door activeren van de functie inbedrijfstelling wordt voor een
duur van 1 uur de 2dewarmtebron vrijgegeven, een ontdooiing
onderdrukt
resp.
een
momenteel
afgebroken.
NL-34
zwembadwater-verwarming
Primaire pomp
Ventilator
Glycolwater-circulatiepomp
Bronpomp
aflopende
ontdooiing
circulatiepomp ingeschakeld, om de terugloopvoeler weer
typerende temperatuur van de verwarmingskring aan te leveren.
Indien tijdens deze 7 minuten de verwarmingsregelaar een
"meer"-signaal produceert, wordt eerst de warmtevraag bewerkt.
AANWIJZING
In de zomermodus wordt de zwembad-bereiding na 60 minuten niet door
een spoeltijd onderbroken.
water-warmtepompen de vorstbeveiligingsvoeler onder 6 °C
gedaald is.
In de zomermodus loopt de additionele circulatiepomp om de
150 uur voor 1 minuut.
De bronwater- of glycolwater-circulatiepomp loopt altijd, wanneer
de warmtepomp ingeschakeld is. De pomp start 1 minuut voor de
compressor en schakelt 1 minuut na de compressor uit.
Bij lucht/water-warmtepompen wordt de ventilator gedurende de
ontdooiing uitgeschakeld.
De verwarmingspomp loopt gedurende de inbedrijfstelling
permanent en een warmwater- of zwembadaanvraag worden
geïgnoreerd.
AANWIJZING
Bij lage verwarmingswatertemperaturen moet eerst de bufferaccumulator
opgewarmd worden, voordat de individuele verwarmingskringlopen
achtereenvolgend geopend worden.