6.5
6.5 Modem / PC-aansluiting
In het menu "Modem" wordt de noodzakelijke configuratie van de
modem
ingesteld.
De
montageaanwijzingen van het gebruikte afstandsdiagnose-
NL-24
inbouwvoorschrift
is
in
Aanpassing van de interface voor de afstandsdiagnose
Keuze van de baudrate waarmee data via de
seriële interface uitgewisseld worden. De baudrate
dient aan beide zijden van de communicatie gelijk
te zijn.
Iedere aansluiting kan een eigen adres verkrijgen.
In de regel kan deze waarde 001 voor normale
werking blijven.
Met de instelling Protocol wordt aangegeven,
welke soort afstandsdiagnose gebruikt wordt
(locaal of modem)
De afstandsdiagnose-functie kan met een
paswoord beveiligd worden.
Deze functie is momenteel nog niet in gebruik.
Hier wordt ingesteld, met welk soort
telefoonverbinding de afstandsdiagnose via
modem plaatsvindt.
Hier kan er gekozen worden, na hoeveel beltonen
de regelaar voor een afstandsdiagnose antwoordt.
Deze functie is momenteel nog niet in gebruik.
systeem te vinden. Alle veranderingen tot de fabrieksinstelling
de
moeten goed gecontroleerd worden, omdat een bestaande
verbinding mogelijk verbroken wordt.
instelbereik
Display
19200
altijd
9600
4800
2400
1200
0
altijd
...001...
199
Locaal
altijd
Remote
GSM
0
altijd
... 1234...
9999
altijd
Toon
altijd
Puls
0
altijd
... 1...
9
Nee
altijd
Ja