Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dimplex WPM 2006 plus Montage- En Bedieningshandleiding pagina 14

Warmtepompmanager voor lage-, middel- en hogetemperatuur-warmtepompen voor verwarming en koeling
Inhoudsopgave

Advertenties

6.1
NL-14
Systeemspecifieke parameters
Voor de 1ste verwarmingskring kunnen de
volgende opties voor de verwarmingsregeling
ingesteld worden:
* Regeling van de teruglooptemperatuur
afhankelijk van de buitentemperatuur en de
ingestelde verwarmingscurve
* Regeling van de teruglooptemperatuur via
een vaste waarde (horizontale
verwarmingscurve)
* Regeling van de teruglooptemperatuur
afhankelijk van de ruimtetemperatuur van een
referentieruimte
Het eindpunt van de verwarmingscurve moet
volgens de dimensies van het
verwarmingssysteem ingesteld worden.
Hiertoe dient de maximale
teruglooptemperatuur ingevoerd te worden, die
uit de gecalculeerde maximale
vertrektemperatuur min het
temperatuurverschil in het
verwarmingssysteem (spreiding) volgt.
Instelling van de gewenste
teruglooptemperatuur bij keuze van vaste
waarde reg.
Instelling van de gewenste ruimtetemperatuur
en het I-aandeel bij keuze van
ruimtetemperatuur-regeling
Instelling van de minimalen
teruglooptemperatuur bij keuze van
ruimtetemperatuur-regeling
Voor vloerverwarmingen en
radiatorverwarmingen zijn verschillende
maximale temperaturen toegestaan. De
bovenste grenswaarde van de gewenste
teruglooptemperatuur kan tussen 25 °C en
70 °C ingesteld worden.
De hysteresis van de gewenste
teruglooptemperatuur vormt de neutrale zone
voor de werking van de warmtepomp. Wanneer
de temperatuur "gewenste
teruglooptemperatuur plus hysteresis" bereikt
wordt, schakelt de warmtepomp zichzelf uit.
Wanneer de temperatuur "gewenste
teruglooptemperatuur min hysteresis" bereikt
wordt, schakelt de warmtepomp zichzelf aan.
Instellingen voor het verlagen van de
verwarmingskarakteristiek 1ste
verwarmingskring
Instelling van periodes, wanneer een daling
voor de 1ste verwarmingskring gewenst is.
Instelling van de temperatuurwaarde, met
dewelke de verwarmingskarakteristiek van de
1ste verwarmingskring gedurende een daling
verlaagd dient te worden.
Instelbereik
Display
Buitentemperatuur
1ste Verwarmings-
kring
Vaste waarde
ruimtetemperatuur
ruimtetemperatuur
niet bivalent-
regenerat.
niet 3e
verwarmingskring
stille koeling
20 °C
1ste Verwarmings-
kring
... 30 °C ...
Regeling volgens de
70 °C
buitentemperatuur
15 °C
1ste Verwarmings-
kring
... 40 °C ...
Vaste waarde 1e
60 °C
verwarmingskring
15,0 °C / 001
1ste Verwarmings-
kring
... 20,0 °C .../ ...60 ...
Ruimteregeling 1e
30,0 °C / 999
verwarmingskring
15 °C
1ste Verwarmings-
kring
... 20 °C ...
Ruimteregeling 1e
30 °C
verwarmingskring
25 °C
1ste Verwarmings-
kring
... 50 °C ...
70 °C
0,5K
1ste Verwarmings-
kring
... 2K ...
5K
1ste Verwarmings-
kring
00:00
1ste Verwarmings-
kring
...
23:59
0K
1ste Verwarmings-
kring
...
19K
of

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpm 2006 rWpm 2007 plusWpm 2007 r

Inhoudsopgave