Samenvatting van Inhoud voor Dimplex WPM 2006 plus
Pagina 1
WPM 2006 plus Montage- en bedieningsrichtlijnen WPM 2006 R voor de installateur WPM 2007 plus WPM 2007 R WPM 2007 - Norm NTC-2 / NTC-10 (Voeler) WPM 2006 - Norm NTC-2 / Norm NTC-2 (Voeler) Warmtepompmanager voor lage-, middel- en hogetemperatuur-warmtepompen voor verwarming en koeling Bestelnr.: 452114.66.47...
Pagina 2
Einstellung der Sprache Inställning av språk MENUE-Taste für einige Sekunden gedrückt halten Håll MENY-tangenten intryckt några sekunder Välj menyposten 1 Einstellungen med piltangenterna (⇑ och ⇓) Auswahl des Menüpunktes 1 Einstellungen mit den Pfeiltasten (⇑ und ⇓) und bestätigen durch Drücken der ENTER-Taste (↵) och bekräfta genom att trycka på...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Belangrijke aanwijzingen ..........................NL-5 2 Leveromvang warmtepompmanager ......................NL-5 3 Montage .................................NL-5 3.1 Bevestiging van de wandmontage-warmtepompmanager verwarming ..................NL-5 3.2 Temperatuurvoeler (verwarmingsregelaar N1) ........................... NL-6 3.2.1 Verwarmingsregelaar met geïntegreerde display (WPM 2006)..................NL-6 3.2.2 Verwarmingsregelaar met afneembaar besturingspaneel (WPM 2007)................NL-6 3.2.3 Montage van de buitentemperatuurvoeler ..........................
Pagina 4
9.7.5 Primaire pomp voor warmtebron ............................NL-34 10 Inbedrijfstelling van lucht/water-warmtepompen ................... NL-34 11 Opwarmprogramma (drogen van cementdekvloeren)................NL-35 11.1 Realisatie van de richtlijn voor een warmtepomp-verwarmingssysteem ...................NL-35 11.2 Proefstoken volgens DIN EN 1264-4............................NL-35 11.3 Droogstoken van de cementdekvloer ............................NL-36 11.3.1 Algemene opmerkingen ..............................NL-36 11.3.2 Droogstoken standaardprogramma...........................NL-36 11.3.3 Droogstoken individueel programma..........................NL-36 12 Geavanceerde montageaanwijzingen voor de warmtepompmanager verwarmen / koelen ....
Belangrijke aanwijzingen 1 Belangrijke aanwijzingen Bij de inbedrijfstelling dienen zowel de landelijke als ook de Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie mag de overeenkomstige VDE-veiligheidsbestemmingen, vooral warmtepompregelaar niet uitgeschakeld worden, en er moet VDE 0100 en de technische aansluitvoorwaarden van de stroming door de warmtepomp plaatsvinden.
3.2 Temperatuurvoeler (verwarmingsregelaar N1) naar type warmtepomp zijn volgende Uitgangstemperatuur warmtebron bij grond- en water/water- temperatuurvoelers reeds ingebouwd resp. moeten extra warmtepompen gemonteerd worden: Warmwatertemperatuur (R3) Buitentemperatuur (R1) (zie Hoofdstuk 3.2.3 op pag. 7) Temperatuur regeneratieve warmteaccumulator (R13) Temperatuur 1ste, 2de en 3de verwarmingskring Er bestaan twee varianten van de verwarmingsregelaar N1: (R2, R5 en R13) (zie Hoofdstuk 3.2.4 op pag.
Montage 3.2.3 Montage van de buitentemperatuurvoeler De temperatuurvoeler dient zo vastgemaakt te worden dat alle weerinvloeden geregistreerd worden en de meetwaarde niet vervalst wordt. Montage bevestiging aan de buitenwand van een verwarmde woonruimte en indien mogelijk aan de noordelijke resp. Afb.
4 Elektrische aansluiting warmtepomp De 3- resp. 4-aderige kabel voor het prestatiedeel van de 11) De buitenvoeler (R1) wordt aan de klemmen X3 (ground) warmtepomp wordt van de warmtepompteller via de EVB- en J2/B1 vastgeklemd. veiligheidsschakelaar (indien vereist) de warmtepomp 12) De warmwatervoeler (R3) is in de waterverwarmer ingevoerd (1L/N/PE~230V,50Hz resp.
Pagina 9
Elektrische aansluiting warmtepomp Thermostaat zwembadwater K28* extern omschakelen koelmodus E3** Pressostaat stop ontdooiing M1** Compressor 1 Elektr. dompelverwarmingselement warm water M2** Ventilator - alleen bij lucht/water-warmtepompen E10* 2de warmtebron (ketel of dompelverwarmingselement kan M3** Compressor 2 - alleen in installaties met 2 compressoren via regelaar gekozen worden) M11* Primaire pomp warmtebron (glycolwater- of bronpomp) M13* Verwarmings-circulatiepomp...
5 Voorconfiguratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Door de voorconfiguratie wordt de regelaar meegedeeld, welke aangegeven, gedrukte waarden kenmerken componenten warmtepomp-verwarmingssysteem fabrieksinstelling. aangesloten zijn. voorconfiguratie moet voor De fabrieksinstelling in het menu “voorconfiguratie” stemt systeemspecifieke instellingen gebeuren, om menu-items te overeen met het aansluitschema van een 1-compressor tonen resp.
Voorconfiguratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Voorconfiguratie van alle componenten van de Instelbereik Display installatie voor dynamische menu's Wordt een voeler of een thermostaat voor de Voeler Warm water regeling van de waterverwarming gebruikt? Thermostaat Is er een flensverwarming voor de Warm water naverwarming en thermische desinfectie in de Voeler waterverwarmer ingebouwd?
6 Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem In het configuratie-menu kunnen naast het geavanceerde menu voor de installateur bereikt u door ca. 5 seconden lang gelijktijdig op de toets (MENU) en (ENTER ↵) te drukken instelmenu ook de menu's “Uitgangen”, “Ingangen”, “Speciale functies”...
Pagina 13
Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters De 2de warmtegenerator is al naargelang de -20 °C Bivalent of mono- dimensies van het warmtepompsysteem pas energetisch ... -5 °C ... vanaf een bepaalde grenstemperatuur +20 °C noodzakelijk. De 2de warmtegenerator wordt pas bij een temperatuur beneden de grenstemperatuur ingeschakeld.
Pagina 14
Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters Voor de 1ste verwarmingskring kunnen de Buitentemperatuur 1ste Verwarmings- volgende opties voor de verwarmingsregeling kring Vaste waarde ingesteld worden: ruimtetemperatuur ruimtetemperatuur * Regeling van de teruglooptemperatuur niet bivalent- afhankelijk van de buitentemperatuur en de regenerat. ingestelde verwarmingscurve niet 3e * Regeling van de teruglooptemperatuur via verwarmingskring...
Pagina 15
Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters Voor iedere weekdag kan er individueel 1ste Verwarmings- gekozen worden, of Tijd1, Tijd2, geen tijd of kring beide tijden voor een daling geactiveerd worden. Dalingen van meer dan één weekdag worden telkens bij omschakeling naar de volgende dag geactiveerd/opgeheven.
Pagina 16
Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters Voor vloerverwarmingen en 25 °C 2de Verwarmings- radiatorverwarmingen zijn verschillende kring ... 50 °C ... maximale temperaturen toegestaan. De 70 °C bovenste grenswaarde van de gewenste temperatuur kan tussen 25 °C en 70 °C ingesteld worden. De hysteresis van de gewenste 0,5K 2de Verwarmings-...
Pagina 17
Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters Instelling van de gewenste ruimtetemperatuur 15,0 °C Koelmodus bij stille koeling..20,0 °C ... Stille koeling De werkelijke waarde wordt aan toestel 1 30,0 °C gemeten. Verhoging van de minimum 1,5 K Koelmodus vertrektemperatuur, gecalculeerd uit de ...
Pagina 18
Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters Instelling van het starttijdstip voor de 00:00 Warm water thermische desinfectie Voeler 23:59 bivalent of flensverwarming Instelling van de gewenste warmwater- 60 °C Warm water temperatuur, die met behulp van de thermische ... 65 °C ... Voeler desinfectie te bereiken is.
Pagina 19
Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Instelbereik Display Systeemspecifieke parameters Dient gedurende de warmwater-bereiding de Warm water additionele pomp te werken? Dient gedurende de zwembad-bereiding de Zwembad additionele pomp te werken? Is een op de behoeften afgestemde in- en 1ste Verwarmings- uitschakeling van de verwarmings- kring circulatiepomp gewenst? Wanneer de optimalisatie (NEE) uitgeschakeld wordt, loopt...
6.2 Uitgangen Het menu “uitgangen” vormt al naar de systeemconfiguratie de statusindicatie “Uit of Aan” voor de volgende uitgangen: Display altijd 2 compressoren Koelmodus Lucht/water-warmtepomp altijd Bivalent of mono-energetisch Bivalent Bivalent 3. Verwarmingskring 3. Verwarmingskring altijd Koelmodus 2. Verwarmingskring 2. Verwarmingskring of koelmodus bij uitsluitend stille koeling met reversibele WP 2.
Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem 6.3 Ingangen Het menu “ingangen” vormt al naar de systeemconfiguratie de statusindicatie “contact open of gesloten” voor de volgende digitale ingangen: Statusindicatie voor alle digitale ingangen altijd Contact open betekent fout (instelling LD-pressostaat openaar) altijd Contact open betekent fout (instelling HD-pressostaat openaar) Contact gesloten betekent stop ontdooiing Lucht-WP zonder ontdooiing door...
6.4 Speciale functies menu “Speciale functies” bevat naar OPGELET! systeemconfiguratie de volgende mogelijkheden ter verandering De activering van speciale functies mag alleen door een vakman van de actuele bedrijfstoestanden: gebeuren, inbedrijfstelling analyse warmtepompsysteem uit te voeren. Activering van speciale functies Display Door het activeren van de functie “Vervanging 2 compressoren...
Pagina 23
Configuratie van het warmtepomp-verwarmingssysteem Activering van speciale functies Display Instelling van de periode houden. altijd ... 96... Instelling van de periode voor de enkele stappen altijd van de afkoelfase..24... Instelling van het temperatuurverschil tussen twee altijd stappen in de opwarmfase..
6.5 Modem / PC-aansluiting In het menu “Modem” wordt de noodzakelijke configuratie van de systeem te vinden. Alle veranderingen tot de fabrieksinstelling modem ingesteld. inbouwvoorschrift moeten goed gecontroleerd worden, omdat een bestaande montageaanwijzingen van het gebruikte afstandsdiagnose- verbinding mogelijk verbroken wordt. instelbereik Aanpassing van de interface voor de afstandsdiagnose Display...
Energie-efficiënte werking 7 Energie-efficiënte werking Wordt er afhankelijk van de buitentemperatuur verwarmd, Lange looptijd van de warmtepomp met verwarming van het berekent verwarmingsregelaar ingestelde gehele gecirculeerde verwarmingsvolume naargelang verwarmingscurve en de actuele buitentemperatuur een behoefte. gewenste teruglooptemperatuur. Registratie stoorwaarden verwarmingssysteem (bijv. passieve warmte door zonlicht) De verwarmingscurve moet op de berekende maximale teruglooptemperatuur verwarmsysteem...
7.1.1 Instelvoorbeelden Vloerverwarming Radiatoren 35 °C / 28°C 55 °C / 45°C Norm-buitenluchttemperatuur °C Benodigde vertrektemperatuur 35 °C 35 °C 35 °C 55 °C 55 °C 55 °C (bij norm-buitenluchttemperatuur) 7 °C 7 °C 7 °C 10 °C 10 °C 10 °C Temperatuurverschil vertrek / terugloop 28 °C...
Energie-efficiënte werking 7.1.2 Optimalisatie van de verwarmingscurve Er bestaan twee instelmogelijkheden voor het optimaliseren van Verhoging resp. verlaging van de gehele verwarmingscurve de verwarmingscurve: met de toetsen Warmer (⇑) en Koeler (⇓) Verandering van de stijging door een hogere resp. lagere “verwarmingscurve eindpunt”...
8 Warmwaterbereiding Voor de warmwaterbereiding dienen waterverwarmers met een Voor hogere warmwatertemperatuur voldoende groot wisseloppervlak te worden gebruikt, die in staat warmtepompmanager flensverwarming aangestuurd zijn maximale verwarmingsvermogen worden. warmtepomp op lange duur te overbrengen. Alternatief kan de regeling ook via een thermostaat plaatsvinden. De regeling gebeurt via een voeler in de waterverwarmers, die In dit geval is geen doelmatige naverwarming via een op de warmtepompmanager aangesloten wordt.
Beschrijving van het programma 8.2 Naverwarming met flensverwarming / 2de warmtegenerator Naverwarming betekent warmtepomp voor Wanneer tijdens de naverwarming de warmwatertemperatuur warmwaterbereiding zorgt, tot de WP Maximum Temperatuur onder de gewenste temperatuur – hysteresis WW valt, wordt de bereikt wordt. Daarna zorgt een andere warmtegenerator voor naverwarming gestopt en een grondverwarming met de de warmwaterbereiding, tot de gewenste temperatuur bereikt is.
9.3 EVB-blokkering / blokkering van de werking van de warmtepomp Een tijdelijke uitschakeling van de warmtepomp kan door de EVB2: Warmtepomp geblokkeerd, de 2de warmtegenerator Energie-Voorzienings-Bedrijven (EVB) tot een voorwaarde voor wordt bij een warmtevraag vrijgegeven. een voordelig stroomtarief gemaakt worden. Tijdens een EVB- EVB3: Warmtepomp geblokkeerd, de 2de warmtegenerator blokkering wordt de spanning aan klem ID3 onderbroken.
Beschrijving van het programma 9.4.5 Bivalent-Regeneratief Bij de integratie van een regeneratieve warmtebon (bijv. zon, AANWIJZING hout) dient deze voorrang voor de warmtepomp te hebben (zie Bij integratie van zonneenergie dient de instelbare overtemperatuur naar Afb. 2.4 op pag. IV). Hiertoe wordt er in de voorconfiguratie op de maximale waarde gezet te worden, om synchroniseren van de bivalent-regeneratief gecodeerd.
9.5 Vermogensregeling warmtepompmanager bepaalt maximaal Warmtepomp loopt en 2dewarmtegenerator actief vermogensniveaus warmtegeregeld (niet bij monovalente installaties) omgeschakeld worden. Wanneer de warmtebehoefte stijgt, Na inbedrijfstelling of na een spanningsuitval start de wordt één vermogensniveau hoger omgeschakeld, bij een daling warmtepompmanager altijd met niveau L1. wordt er één niveau lager geschakeld.
Beschrijving van het programma 9.6 Hysteresis In het menu “Instellingen” kan er voor verscheidene vereisten Bij een grote hysteresis loopt de warmtepomp langer; maar ook de zogenoemde hysteresis ingesteld worden. De hysteresis met grotere temperatuurschommelingen in de terugloop. Bij een vormt een “neutrale zone”...
9.7.3 Zwembadwater-circulatiepomp Gedurende de Zwembadwater-verwarming loopt de zwembad- circulatiepomp ingeschakeld, om de terugloopvoeler weer circulatiepomp. aflopende zwembadwater-verwarming typerende temperatuur van de verwarmingskring aan te leveren. wordt door een warmwater-aanvraag, door ontdooiing of door Indien tijdens deze 7 minuten de verwarmingsregelaar een verhoging van de verwarmingscurve (bijv.
Opwarmprogramma (drogen van cementdekvloeren) 11.2 11 Opwarmprogramma (drogen van cementdekvloeren) Het opwarmen van een cementdekvloer gebeurt volgens vaste De mengkraan van de 2de/3de verwarmingskringloop wordt normen en richtlijnen, die echter aan de eisen van een met duur OPEN aangestuurd warmtepomp-verwarmsysteem aangepast zijn (zie...
11.3 11.3 Droogstoken van de cementdekvloer 11.3.1 Algemene opmerkingen De bedoeling van dit programma is dat het vocht in de dekvloer in het menu als “Droogstoken - standaard programma” zodanig verminderd wordt, dat er een vloerbedekking kan gekozen worden. worden gelegd. In afspraak met de dekvloerlegger kan in de regel het standaard- Nochtans is een meting van het vochtgehalte beslist programma toegepast worden.
Geavanceerde montageaanwijzingen voor de warmtepompmanager verwarmen / koelen 12.1 12 Geavanceerde montageaanwijzingen voor de warmtepompmanager verwarmen / koelen 12.1 Verwarmings- en koelregelaar Er zijn 2 mogelijke methodes voor het koelen: Actieve koeling met een reversibele warmtepomp Passieve koeling via een warmtewisselaar Voor het uitvoeren van de koelfuncties moet er naast de warmtepompregelaar verwarming een koelregelaar voorhanden zijn.
12.2 12.2 Kouproductie door actieve koeling 12.2.1 Warmtepompen zonder additionele warmtewisselaar De kouproductie gebeurt actief door omkering van het De aanvragen worden als volgt bewerkt: warmtepomp-proces. De koelkringloop wordt m.b.v. een Warm water voor vierweg-omschakelventiel van de verwarmings- naar de Koeling voor koelmodus omgeschakeld.
Geavanceerde montageaanwijzingen voor de warmtepompmanager verwarmen / koelen 12.5 12.4.2 Activering van de koelfuncties Bij de activering van de koelmodus worden er bijzondere De koelregelaar is niet voorhanden of de verbinding is regelfuncties uitgevoerd. Deze koelfuncties worden apart van de gestoord overige regelfuncties door de koelregelaar overgenomen.
13 Speciaal toebehoren 13.1 Afstandsbedieningseenheid AANWIJZING Voor meer comfort is een afstandsbedieningseenheid als speciaal toebehoren verkrijgbaar. Bediening en menu's zijn Bij verwarmingsregelaars met een afneembaar besturingspaneel (zie identiek aan die van de warmtepompmanager; door extra Hoofdstuk 3.2.2 op pag. 6) kan het direct als afstandbedieningseenheid druktoetsen kan er van toegevoegde functies gebruik gemaakt toegepast worden.
1 Technische toestelgegevens 230 V AC 50 Hz Netspanning 195 tot 253 V AC Spanningsbereik ca. 50 VA Verbruik IP 20 Beschermingsgraad volgens EN 60529 max. 2 A (2 A) cos (ϕ) = 0,6 bij 230 V Schakelvermogen van de uitgangen 0 °C tot +35 °C Bedrijfstemperatuur -15 °C tot +60 °C...
Pagina 43
Hydraulische integratie Lucht/water-warmtepomp Warmtepompmanager Bufferaccumulator Waterverwarmer E10.1Dompelverwarmingsele- ment Flensverwarming Warm- water M13 Verwarmings-circulatie- pomp Hoofdkring / 1ste verwar- mingskring M15 Verwarmings-circulatie- pomp 2de Verwarmingskring M18 Warmwaterpomp Afb. 2.2: Mono-energetische warmtepompwerking met 2 verwarmingskringen en warmwaterbereiding Warmtepomp Warmtepompmanager Bufferaccumulator Verwarmingssysteem E10.2Olie-/gasketel Ruimtetemperatuur-rege- laars Afb.
3.3 Legende voor elektrische schema's Bruggen Brug: Energievoorzieningsbedrijf-blokkering (EVB) - dient geplaatst te worden, wanneer de lastspanning niet door het energievoorzieningsbedrijf wordt afgebroken Brug: Blokkering warmtepomp - vorstbeveiliging actief Brug voor warmtepompen zonder motorcontactor van primaire pomp of ventilator Brug voor warmtepompen zonder motorcontactor van de compressor Brug voor parallele werking van M13/M17 m.
N2-J13-NO4 Vierweg-omschakelventiel N2-J14-NO7 2de Koelgenerator N2-J15-NO8 Kamerthermostaat (omschakelbaar) - N9 kan extern beschikbaar worden gesteld AANWIJZING Relaismodule De aansluiting van afstands-storingsindicator en zwembadpomp gebeurt bij de WPM 2006 plus m.b.v. de relaismodules RBG WPM, die als speciaal toebehoren verkrijgbaar zijn.
Diagnose storingen - alarm 4 Diagnose storingen - alarm Verklaring Maatregelen De warmtepomp werd bij het bereiken van de Maak filter in de vuilzeef schoon. ondere gebruiksgrens uitgeschakeld resp. Ontlucht het warmtebronsysteem warmtebron levert te weinig energie Controleer glycolwater resp. waterdebiet Verdamper bevroren of systeemtemperaturen te laag (<...
Pagina 52
Garantievoorwaarden en adres klantenservice zie montage- en Wijzigingen en vergissing voorbehouden. gebruikshandleiding van de warmtepomp.