5.3 ONDERHOUD VAN DE WARMTEWISSELA AR
Tijdens het stookseizoen moet regelmatig de waterdruk van de verwar-
mingsinstallatie worden gecontroleerd. De Nova E H
gevuld en ontlucht worden gebruikt.
De verwarmingstechnische controle van alle veiligheidsinrichtingen (thermi-
sche afvoerbeveiliging, veiligheidsventiel, enz.) en de andere componenten
zoals de pompthermostaat enz.) is ieder jaar noodzakelijk, voorafgaand aan
het stookseizoen. De aanwijzingen uit de installatie- en bedieningshandlei-
dingen van de betreffende fabrikanten van de componenten moeten wor-
den nageleefd. Deze keuring mag uitsluitend worden uitgevoerd door een
erkend vakbedrijf, dat de goede werking van alle modules kan garanderen.
Wij bevelen aan een onderhoudscontract af te sluiten met uw leverancier.
De doorgevoerde jaarlijkse veiligheidscontroles moeten in het rapport van
ingebruikname worden gedocumenteerd door een deskundige firma! In het
geval van klachten moeten de doorgevoerde onderhoudswerkzaamheden
aan het service-personeel worden overgemaakt.
De toegang tot de waterzijdige aansluitingen van de Nova E H
lijk zijn via de verbrandingskamer (zie afb. 2a).
Gebruik zonder bekleding van de verbrandingskamer is niet toegestaan!
6. PROBLEEMOPLOSSING
Aanwijzing: De haard mag niet worden gebruikt als afvalverbrandingsoven!
Bovendien gaat het om een "Zeitbrand"-haard, die is geoptimaliseerd voor
gebruik met houtblokken. Een langdurige werking kan ook niet worden
bereikt door het onttrekken van verbrandingslucht en is niet toegestaan!
De volgende problemen kunt u zelf oplossen:
Probleembeschrijving
De thermische afvoerbeveiliging
wordt voortdurend ingeschakeld
(er stroomt continu water door
O mag alleen volledig
de afvoer). De waterwarmtewis-
2
selaar kan geen warmte afgeven
aan de verwarmingsinstallatie.
De thermische afvoerbeveiliging
lekt
Borrelende geluiden, kookgelu-
iden in de watervoerende delen
van de Nova E H
systeem)
De verwarmingselementen wor-
den niet warm.
O moet moge-
2
De bekleding van de verbran-
dingskamer en de glazen ruiten
worden steeds sneller vies en
ook viezer. De bekleding van de
verbrandingskamer brandt niet
meer goed. Het vuur komt maar
moeilijk op gang
Trekproblemen
NL 21
Oplossing
- Buffervat is 'vol'. Onttrek warmte uit de opslag.
- Controleer de werking en de instelling van de pompthermostaat en
de retourverhoging.
- Stel de pomp een niveau hoger in (debietverhoging).
- Circulatiepomp draait niet. Pomp of stroomaansluiting defect?
- Retourtemperatuur te hoog, < 75°C
- Controleer of de afsperringen toe staan
- Is er voldoende verwarmingswater?
- Ontluchten
- vervuiling van de afvoerbeveiliging.
- Spoel de thermische afvoerbeveiliging door met behulp van de rode
knop op het bedieningspaneel.
- Controleer de zitting van de aansluitpakkingen en zuigers (zie ook
de handleiding van de fabrikant).
- Evt. een filter voor de afvoerbeveiliging plaatsen (houd hierbij reke-
ning met het minimale debiet!)
- Controleer de systeemdruk.
- Ontlucht het systeem aan de ontluchting. Bij opnieuw gevulde of
O. (lucht in het
bijgevulde systemen gaat er enige tijd overheen voordat alle lucht
2
zich verzamelt. Een keer ontluchten volstaat vaak niet.
- Draai de thermostaatknop van het verwarmingselement dicht
zodra de ingestelde kamertemperatuur is bereikt. De convectie-
warmte van de stookinrichting wordt verdeeld over meerdere
luchtvoorzieningen.
- De snelheid waarmee het systeem verwarmt, hangt af van de confi-
guratie ervan. Het duurt enige tijd voordat het verwarmingssysteem
de warmte doorgeeft.
- Laat het verwarmingssysteem hydraulisch afstellen.
- Controleer de werking van de warmtecirculatiepomp.
- Ontlucht het systeem
- Bezinksel in de warmtewisselaar en afzetting in de verbindingslei-
dingen naar de schoorsteen verwijderen.
- Let op de correcte stookwijze, de juiste opleghoeveelheid hout,
vochtgehalte van het hout < 20%.
- Controleer de trek in de schoorsteen
- Controleer de retourtemperatuurverhoging
De turbulatoren in de rookgaskanalen kunnen worden uitgebouwd bij
trekproblemen. Dit kan echter gepaard gaan met een reductie van
het waterzijdig vermogen met ca. 1 – 4%.
NL