Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Integratie In Een Verwarmingsinstallatie - Spartherm Nova E H2O Montage- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De maximale belastbaarheid van de thermische pompregeling bedraagt bij
AC 230 wisselstroom ca. 500 W.
De fabrieksinstelling van de thermostaat is ca. 62 °C. Hiermee wordt de
in- en uitschakeltemperatuur van de circulatiepomp van de retourverhoging
vastgesteld bij het bereiken resp. onderschrijden van de vereiste watertem-
peratuur in de waterwarmtewisselaar. Optioneel, wanneer de omstandig-
heden dit vereisen, kan de installateur de temperatuur aanpassen. Hiertoe
moet, afhankelijk van de uitvoering van de thermostaat, de draaischijf
worden versteld of de afdekking (D = 10 mm) worden weggenomen. Na het
verwijderen van de afdekking kan het temperatuurbereik worden gewijzigd.
De pompthermostaat mag niet worden ondergebracht in de hete zone van
de verwarmingskamer (convectieruimte) van de haard (max. omgevingstem-
peratuur 80°C). Kies de positie overeenkomstig de lengte van de capillaire
buis in de koude zone!
Opgelet: Bij watertemperaturen onder de 60°C neemt het risico op dauw-
puntoverschrijdingen toe! Hierdoor kan glansroet ontstaan. Het reinigings-
interval wordt ook verder verkort. Wij bevelen daarom aan de inschakeltem-
peratuur niet lager dan 60°C en hoger dan 68°C in te stellen. Bij bepaalde
verwarmingsinstallaties kan het nodig zijn bovenop de pompthermostaat
een rookgasthermostaat in te bouwen. Dit verhindert de afkoeling van het
buffervat met behulp van de inbouwhaard. Vraag hiernaar bij uw installateur.

2.10 INTEGRATIE IN EEN VERWARMINGSINSTALLATIE

Opgelet: De Nova E H
O mag alleen na uitvoerige planning van de volledige
2
verwarmingsinstallatie volgens de technische regels en de veiligheidstech-
nische normen worden gemonteerd in een totaalinstallatie. De correcte
opstelling van de gebruikte pompen, armaturen, buisleidingen, buffervaten
en veiligheidstechnische componenten zoals het veiligheidsventiel en het
expansievat is de verantwoordelijkheid van het planningsbureau en/of van
het bedrijf dat de installatie uitvoert. Er dient op te worden gelet dat tijdens
de stookfase kortstondig erg hoge watervermogens van ca. 25 kW kunnen
optreden. Bij de constructie van de verwarmingsinstallatie moet hiermee
rekening worden gehouden. De volgende voorbeeldberekening kan helpen
bij de dimensionering van het buffervat:
Het volgende werd daarbij verondersteld:
• Grootte buffervat: 500 l. (ca. 500 kg water)
• Watertemperatuur in vat bij begin: 30 °C
• Watertemperatuur in vat bij einde: 60 °C
• Temperatuurverschil 30 °C (komt overeen met 30 K)
• Geen warmte-opname uit het vat tijdens het opwarmen door de Nova E
H
O, resp. geen warmteverliezen in het systeem
2
Dit betekent: voor het verwarmen van 500 liter water in een vat van 30°C
naar 60°C is een theoretische hoeveelheid warmte nodig van 62805 kJ
(= 62805 kWs) (zonder rekening te houden met warmteverliezen of
waterafname uit het systeem). Deze hoeveelheid warmte stemt overeen met
ca. 17,5 kWh.
Bij een zinvolle opbouw van de verwarmingsinstallatie, bijv. met gelaagde
vaten, kan echter reeds kort na de start van de circulatie in de Nova E H
worden begonnen met het onttrekken van warmte. Op dat moment wordt
enkel de energie die niet voor het verwarmen nodig is, in het buffervat
opgeslagen.
Bij een aangenomen gemiddeld vermogen van ca. 9 kW van de
Nova E H
O duurt het opwarmen van het volledige vat slechts een kleine
2
2 uur.
Op zeer koude winterdagen kan het gebeuren dat de haard ook eens ca. 12
uur lang in werking is. De hierbij geproduceerde warmte-energie komt dan
theoretisch overeen met 93 kWh. Deze warmte-energie zou dan volstaan
voor het opwarmen van 2.666 liter water (van 30°C tot 60°C). In de regel
wordt in zulk een situatie echter steeds ook warmte onttrokken, zodat het
niet tot een overlading van het buffervat (> 90°C) hoeft te komen.
NL 14
O
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave