Inhoudsopgave
Advertenties
OVERZICHT BORDUURSCHERM
■ Functies van de toetsen
Met deze toetsen kunt u bijvoorbeeld patronen
verplaatsen of roteren. Druk op
bewerkingsvenster te openen.
1
2
3
H
Opmerking
• Sommige functies zijn niet beschikbaar bij
bepaalde patronen. Als de toets wordt
weergegeven met een grijze achtergrond, kunt u
die functie of bewerking niet gebruiken bij het
geselecteerde patroon.
Display
Nr.
Naam
1
Schakel het licht van de LED-
aanwijzer in.
Toets
Druk op deze toets om met het
Naaldpositiecontrole
licht van de LED-aanwijzer de
positie te controleren waar de
naald neerkomt.
2
Geeft de borduurramen weer die u
bij het geselecteerde patroon kunt
Beschikbare
gebruiken.
borduurramen
Gebruik het juiste borduurraam.
3
Geeft de grootte van het
geselecteerde patroon weer.
Grootte van
het patroon
4
Bekijk voorbeeld van
borduurafbeelding.
Steekpatroontoets
5
Geeft de afstand tussen de
borduurpositie en het midden
Afstand
(wanneer het borduurpatroon
wordt verplaatst) weer.
6
Geef het aantal graden rotatie van
het patroon weer.
Graden
7
Geef het
patroonverplaatsingsscherm weer.
Verplaatsingstoets
8
Geef het patroonrotatiescherm weer.
Rotatietoets
9
Voeg de rijgsteek toe rondom het
patroon. U kunt de afstand van het
Rijgtoets
patroon tot de rijgsteken
selecteren.
54
om het
4
5
6
7
8
9
0
A
B
G F
E
D
C
Uitleg
Display
Nr.
Naam
0
Ononderbroken
-bordurentoets
A
Toets voor
sortering van
garenkleuren
B
Borduurpositietoets
C
Geheugentoets
D
Controletoets
Pagina
59
56
E
Beginpunttoets
—
44
—
F
—
Vooruit/
terugtoets
—
G
—
Knip/
spanningstoets
17, 70
H
Terugtoets
Uitleg
Wijzig de instelling om het patroon
te borduren met één kleur.
Druk nogmaals op de toets om
terug te keren naar de
oorspronkelijke instelling.
Ook als ononderbroken borduren
is ingesteld, kunnen de
automatische draadknipfunctie en
de draadknipfunctie worden
gebruikt.
De pictogrammen van de
garenklos hebben een grijze
achtergrond.
Deel de borduurvolgorde in en
sorteer deze op garenkleuren.
Druk op deze toets om de
borduurpositie uit te lijnen.
Sla het patroon op in het
geheugen van de machine of op
een USB-medium. Het patroon
kan ook worden overgebracht
naar een computer via een
draadloze netwerkverbinding.
Controleer de positie van het patroon.
•
: Verplaats de borduurarm
om het borduurvlak van het
patroon te traceren. Zo kunt u
controleren of er voldoende ruimte
is om het patroon te borduren.
•
: Verplaats de
borduurarm naar de
geselecteerde positie.
Geef de naaldbeginstand op.
•
: Stel de naaldbeginstand
in op de linkeronderhoek van
het patroon. Deze instelling is
nuttig voor de verbinding van
patronen, aangezien u kunt
doorborduren tot aan de eerste
steek van het volgende patroon.
•
: Verplaats de
borduurarm naar de
geselecteerde positie.
Verplaats de naald vooruit of
achteruit in het patroon. Dit is
handig als de draad tijdens het
borduren is afgebroken of als u
weer vanaf het begin wilt
beginnen.
Stel automatisch draadknippen,
draadknippen of de
draadspanning in. Voor borduren
zijn deze functies automatisch
ingesteld.
Ga terug naar het
bewerkingsscherm.
Pagina
—
52
61
80
61
77, 78
66
73-76
—
Advertenties
Inhoudsopgave
