c
Druk op
om het patroon in te stellen.
*
Druk op
om de achtergrondkleur donkerder
te maken voor patroonafbeeldingen met lichte
garenkleuren, zodat u een helderder beeld krijgt.
→ Het patroon wordt op het bewerkingsscherm
aangegeven met een rood vak eromheen.
d
Druk op
om het geselecteerde patroon te
bewerken. (pagina 42)
e
Druk op
.
→ Het borduurscherm wordt weergegeven.
f
Druk op
om het patroon te bewerken
voordat u gaat borduren. (pagina 53)
*
Wilt u terugkeren naar het bewerkingsscherm, dan
drukt u op
.
g
Begin met borduren. (pagina 63)
PATRONEN SELECTEREN
2
37