PATRONEN BEWERKEN
a
Selecteer het herhaalpatroon en wijs de draadmarkering
toe in het midden onder aan het patroon.
*
Zie "Draadmarkeringen toekennen" op pagina 47.
b
Druk op
, en vervolgens op
c
Druk op de "Start/Stop"-toets om te beginnen met
borduren.
→ Wanneer het borduren beëindigd is, wordt de
draadmarkering geborduurd met de laatste kleur.
d
Verwijder het borduurraam.
e
Plaats de stof opnieuw in het borduurraam.
Opmerking
• Pas de positie van de stof aan zodat het
borduurgebied voor het volgende patroon zich
binnen het borduurgebied van het borduursjabloon
bevindt.
1 Patroon dat eerst is geborduurd
2 Positie van het patroon dat daarna wordt
geborduurd
3 Borduurgebied van borduursjabloon
48
.
a
c
f
Bevestig het borduurraam aan de machine en druk
vervolgens op
.
g
Druk op
om het beginpunt in te stellen op het
midden boven aan het patroon.
h
Druk op
.
i
Druk op
en daarna op
.