Inhoudsopgave
Advertenties
Symptoom, oorzaak/oplossing
Aanwijzer van de borduurvoet "W+" met LED-
aanwijzer geeft de positie niet juist aan.
Bij dikke, elastische stof is de positie alleen
onjuist bij hoge delen van de stof.
Als de stof zeer onregelmatig is, wordt de positie
niet juist uitgelijnd.
• De aanduiding van de aanwijzer moet alleen ter
referentie worden gebruikt.
■ Tijdens bediening
Symptoom, oorzaak/oplossing
Naaimachine werkt niet.
U hebt niet op de "Start/Stop"-toets gedrukt.
Persvoet staat niet omlaag.
Naald breekt.
Naald is niet juist geplaatst.
Naaldklemschroef is niet vastgedraaid.
Naald is verbogen of gedraaid.
Naald of draad is ongeschikt of de stof is niet
voorzien van de juiste steunstof/versteviging om
te borduren.
Bovendraadspanning is te hoog.
Er is tijdens het borduren aan de stof getrokken.
Kloshouder is niet juist aangebracht.
Er zitten krassen rondom de opening in de
persvoet.
Er zitten krassen op het spoelhuis.
Naald is defect.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Spoel is niet juist geplaatst.
De persvoet is onjuist bevestigd.
U hebt geen steunstof bevestigd aan de stof
waarop u borduurt.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Bovendraad breekt.
De machine is niet juist ingeregen (verkeerde
kloshouder, kloshouder zit los, draad heeft
inrijger naaldstang niet gepakt enz.)
Geknoopte of verstrikt geraakte draad wordt
gebruikt.
Bovendraadspanning is te hoog.
Referentie
Symptoom, oorzaak/oplossing
Draad is verdraaid.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
59
Naald is niet juist geplaatst.
Er zitten krassen rondom de opening in de
—
persvoet.
Er zitten krassen op het spoelhuis.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Referentie
De draad is niet sterk, uitgedroogd of van slechte
kwaliteit.
10
De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof.
10
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
30
De bovendraad is te strak.
31
De onderdraad is onjuist geplaatst.
30
30, 55,
Onderdraad breekt.
62
Spoel is niet juist geplaatst.
73
Onderdraad onjuist opgewonden.
—
Er zitten krassen op de spoel of de spoel draait
niet goed.
28
Draad is verdraaid.
*
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
*
30
Stof rimpelt.
23
De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen.
28
Kloshouder is niet juist aangebracht.
26
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
107
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
55
Draadspanning is niet juist ingesteld.
Stof en steunstof zitten niet strak in het
23
borduurraam.
De gebruikte steunstof is niet goed of te weinig.
Het patroon is niet goed geborduurd.
28
De draadspanning is onjuist.
De draad zit verstrikt, bijvoorbeeld in het
—
spoelhuis.
73
PROBLEEMOPLOSSING
Referentie
—
30
30
*
*
30
23
—
28
30
26
26
23
26
—
23
26, 28
28
30
30
73
56
55
73
106
111
5
Advertenties
Inhoudsopgave
