Onderhoud
5.
Laat de motor enkele minuten draaien
met een hoog vrijlooptoerental in neu-
traal terwijl er zoet water wordt toege-
voerd. WAARSCHUWING! Bij het star-
ten of terwijl de motor draait mag u
geen elektrische onderdelen aanra-
ken of verwijderen. Houd handen,
haar en kleren uit de buurt van het
vliegwiel en andere draaiende onder-
delen terwijl de motor draait.
OPGELET: Zet de hoofdschakelaar
nooit op "
motor draait. Laat de startmotor nooit
langer dan 5 seconden draaien. Als de
startmotor langer dan 5 seconden
blijft draaien, zal de accu vlug leeg
zijn, waardoor het onmogelijk wordt
om de motor te starten. Bovendien
kan de starter worden beschadigd.
Als de motor na 5 seconden aanzwen-
gelen niet start, zet de hoofdschake-
laar dan op "
conden en zwengel de motor opnieuw
aan.
[DCM00193]
NOTA:
Wanneer u de doorspoelaansluiting ge-
bruikt, dient u de gepaste waterdruk te
handhaven zodat er een constante waters-
traal uit de koelwatercontroleopening
komt.
Als het oververhittingwaarschuwingssys-
teem wordt geactiveerd, dient u de motor
uit te schakelen en uw Yamaha-dealer te
raadplegen.
6.
Sproei net voor u de motor uitzet snel
wat conserveringsolie in de inlaatgeluid-
demper. Indien correct uitgevoerd, zal
de motor sterk beginnen roken en bijna
stilvallen.
69
[DWM00092]
" (start) terwijl de
" (aan), wacht 10 se-
NOTA:
Wanneer er geen conserveringsolie beschik-
baar is, dient u uw Yamaha-dealer te raad-
plegen.
7.
Draai de watertoevoer dicht en verwijder
vervolgens de doorspoelaansluiting en
veeg eventueel overtollig water op.
8.
Installeer de motorkap en de propeller.
9.
Tap het koelwater volledig af uit de bui-
tenboordmotor. Reinig de buitenkant
van de buitenboordmotor grondig.
DMU41321
Aftappen van de benzine uit de dampaf-
scheider
Benzine in de dampafscheider moet worden
afgetapt alvorens de buitenboordmotor op te
bergen. Laat de benzine uit de dampafschei-
der verwijderen door een Yamaha-dealer.
DMU41072
Smering
1.
Ververs de tandwielolie. Voor instruc-
ties, zie pagina 83. Controleer de tand-
wielolie op de aanwezigheid van water
die op een lekke dichting zou wijzen. Het
vervangen van een dichting moet door
een bevoegde Yamaha-dealer worden
uitgevoerd alvorens het gebruik te her-
vatten.
2.
Smeer alle smeerpunten. Voor meer in-
formatie, zie pagina 76.
ZMU08155