niet oververhitte motor, moet u de hoofd-
schakelaar van de oververhitte motor uitzet-
ten. Als het waarschuwingssysteem in werk-
ing is getreden, schakelt u de motor uit en
kantelt u hem omhoog om de koelwaterinlaat
op verstopping te controleren. Als het waar-
schuwingssysteem nog steeds in werking
treedt, kantelt u de oververhitte buitenboord-
motor omhoog en keert u terug naar de ha-
ven.
DMU41936
Oliedrukwaarschuwing
Als de oliedruk te erg daalt, wordt het waar-
schuwingssysteem geactiveerd.
Het toerental van de motor zal automatisch
zakken tot ongeveer 2000–3500 omw/min.
Het
oliedrukwaarschuwingslampje
continu branden of knipperen.
Het pop-upvenster verschijnt op het Multi-
Display.
De zoemer weerklinkt.
Motorcontrolesysteem
zal
Als het waarschuwingssysteem werd geacti-
veerd, dient u de motor uit te schakelen zodra
dat op een veilige wijze kan. Controleer het
oliepeil en vul indien nodig olie bij. Als het
oliepeil correct is en het waarschuwingssys-
teem toch niet wordt uitgeschakeld, dient u
uw Yamaha-dealer te raadplegen.
ZMU05431
Gebruikers van tweemotorige aandrijvingen:
Als het oliedrukwaarschuwingssysteem van
één motor wordt geactiveerd, zakt het toe-
rental van beide motoren en weerklinkt de
zoemer. Om de waarschuwingsactivering uit
te schakelen op de motor waarvan de olie-
druk normaal is, moet u de hoofdschakelaar
van de motor met te weinig oliedruk uitzetten.
DMU41946
Waarschuwing waterafscheidingsfil-
ter
De buitenboordmotor is uitgerust met een
ZMU08534
waarschuwingssysteem voor de wateraf-
scheidingsfilter. Als het van de brandstof af-
gescheide water een bepaald volume over-
ZMU01758
ZMU07859
44