De transmissiemotor voldoet aan de eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG.
De roterende encoder voldoet aan de geldende normen voor veiligheidsgerelateerd
gebruik. Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk Waarborgen van de functionele veiligheid
(Pagina 25). Siemens is niet aansprakelijk voor letsel en schade als gevolg van het
veronachtzamen van informatie in deze bedieningshandleidingen.
De roterende encoder is geschikt voor toepas‐
sing in de volgende omgevingen
Veiligheidsgerelateerde systemen tot
•
•
Typische industriële omgeving
b.v. opstelling binnen voor transporttechniek
Onder voorwaarden in havens
De uitwendige componenten van de roterende encoder bestaan uit de volgende materialen:
• Draaimomentsteun, holle as en klemring: V2A
• Behuizingen Persgegoten zink Z410
• Flens AlCu6BiPb, AlMgSiSnBi of AlCu4PbMgMn
De transmissiemotor is alleen veilig met een geschikte geveranalyse en analyse van de
motorbeveiliging.
Het gebruik van de transmissiemotor is toegestaan bij een omgevingstemperatuur van -30 °C
tot +50 °C en voor een opstellingshoogte tot 1000 m boven NAP.
De roterende encoder is toegestaan voor een maximale omgevingstemperatuur van +50 °C.
Bij een gelijktijdige belasting van de motoren maximaal volgens warmteklasse 155 (F).
De roterende encoder is geschikt voor beschermingsklassen ≤ IP65.
De roterende encoder is ontworpen voor een maximaal aandrijftoerental (motortoerental)
van 4000 min
De roterende encoder is ontworpen voor een maximale hoekversnelling van de motor van
4000 rad/s
De motor is goedgekeurd voor trillingen en stoten volgens EN 60721-3-3 tot inclusief
klasse 3M3.
Een bestaande rem mag alleen als stoprem met noodstopfunctie worden gebruikt.
De standverwarming alleen tijdens stilstand gebruiken.
De transmissiemotoren worden veilig voor gebruik geleverd. Eigenmachtige veranderingen
die de veiligheid nadelig beïnvloeden, zijn niet toegestaan.
De transmissiemotor is bedoeld om in een andere machine te worden ingebouwd. De
exploitant van de machine is verantwoordelijk voor de inachtneming van de functionele
veiligheid. De verantwoordelijkheid voor de noodzakelijke veiligheidsfuncties en hun
eigenschappen berust bij degene die de machine in omloop brengt, resp. bij de exploitant
van de machine.
SIMOGEAR Functioneel veilige roterende encoder
Bedieningshandleiding, 01/2024, A5E53544352A/RS-AA
SIL2 / SIL3 volgens EN 61800-5-2
PLd / PLe volgens EN ISO 13849-1 en
EN ISO 13849-2
.
-1
.
2
1.7 Belangrijke productinformatie
De roterende encoder is niet geschikt voor toe‐
passing in de volgende omgevingen
Toepassing in explosiegevaarlijke omgeving
Ruwe en zware industriële omgeving
b.v. offshore of chemische industrie
Omgevingen met directe belasting door zeewater
of zout spatwater
Inleiding
11