◁
Het CV-circuit en de verwarmingsspiraal van de
warmwaterboiler worden tegelijk gevuld.
8.
Ontlucht de hoogst geplaatste radiator resp. het vloer-
verwarmingscircuit en wacht tot het circuit geheel ont-
lucht is.
◁
Het water moet zonder bellen uit de ontluchtings-
klep lopen.
9.
Vul zo lang water bij tot op de manometer een CV-
installatiedruk van ca. 2,0 bar is bereikt.
Aanwijzing
Als u het CV-circuit op een externe plaats
vult, dan moet u een bijkomende manome-
ter installeren om de druk in de installatie te
controleren.
10.
Sluit de vul- en aftapkraan.
11.
Start het ontluchtingsprogramma. (→ Pagina 221)
12.
Controleer aansluitend na het ontluchten nogmaals de
CV-installatiedruk (eventueel vulproces herhalen).
–
Bedrijfsdruk 1,5 bar
13.
Verwijder de vulslang van de vulklep en aftapkraan en
schroef de schroefdop er weer op.
8.3
Warmwatercircuit vullen
1.
Open alle warm water-aftapkranen.
2.
Wacht totdat uit elk tappunt water loopt en sluit dan alle
warmwaterkranen.
3.
Controleer het systeem op dichtheid.
8.4
Ontluchten
2
1.
De rode dop (2) op de interne snelontluchter via de
elektrische hulpverwarming (1) ontbreekt af fabriek en
de ontluchtingsopening mag niet worden gesloten.
2.
Start het ontluchtingsprogramma van het afgiftecircuit
P06 MENU | INSTELLINGEN | Installateursniveau |
Testmodi | Testprogramma's | P.06 Ontluchtings-
programma.
3.
Laat de functie P06 15 minuten lang lopen.
◁
Het programma loopt 15 minuten. 7,5 minuten
daarvan staat de driewegklep op "CV-circuit".
Vervolgens schakelt de driewegklep gedurende 7,5
minuten over op "warmwaterboiler.
4.
Controleer na afsluiting van de beide ontluchtings-
programma's, of de druk in het CV-circuit 1,5 bar be-
draagt.
◁
Vul water bij, als de druk onder 1,5 bar ligt.
0020318682_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
8.5
Product in gebruik nemen
Opgelet!
Kans op materiële schade bij vorst.
Wanneer de installatie wordt ingeschakeld
terwijl zich ijs in de leidingen bevindt, kan de
installatie mechanisch worden beschadigd.
▶
Neem de aanwijzingen i.v.m. vorstbeveili-
ging in acht.
▶
Schakel de installatie niet in bij vorstge-
vaar.
Aanwijzing
Het product heeft geen aan-/uit-schakelaar. Zo-
dra het product wordt aangesloten op het elektrici-
teitsnet, is het ingeschakeld.
1.
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsinrichting (bijv. zekeringen of contactverbre-
ker) in.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
◁
Op het display van de systeemregelaar verschijnt
de "basisweergave".
◁
Start de producten van het systeem.
◁
CV- en warmwatervraag zijn standaard geacti-
veerd.
2.
Als u het warmtepompsysteem na de elektrische in-
stallatie voor de eerste keer in gebruik neemt, worden
automatisch de installatieassistenten van de compo-
nenten gestart. Stel de vereiste waarden eerst aan het
bedieningsveld van de binnenunit in en pas dan bij de
optionele systeemthermostaat en de andere systeem-
componenten.
8.6
Installatieassistent doorlopen
1
De installatieassistent wordt bij het eerste inschakelen van
het product gestart. Hij biedt directe toegang tot de belang-
rijkste controleprogramma's en configuratie-instellingen bij
de ingebruikname van het product.
MENU | INSTELLINGEN | Installateursniveau | Installatie-
assistent
Bevestig de start van de installatieassistent. Zolang de in-
stallatieassistent actief is, zijn alle verwarmings- en warmwa-
teraanvragen geblokkeerd.
Stel de volgende parameters in:
–
Taal, datum, tijd
–
Systeemthermostaat voorhanden
–
Testprogramma: vullen water afgiftecircuit
–
Testprogramma: ontluchten afgiftecircuit
–
Netaansluiting verwarmingselement (elektrische hulpver-
warming)
–
Vermogensbegrenzing verwarmingselement (elektrische
hulpverwarming)
–
Koelingstechnologie
–
Contactgegevens firma telefoonnummer
Om naar het volgende punt te gaan, bevestigt u telkens met
.
Als u de start van de installatieassistent niet bevestigt, wordt
deze 10 seconden na het inschakelen gesloten en de basis-
weergave verschijnt. Wanneer de installatiewizzard niet ge-
221