4.4
Minimaal opsteloppervlak van de
opstelruimte waarborgen
▶
Waarborg, dat de opstelruimte conform de internationale
norm voor brandbare koudemiddelen het vereiste opstel-
oppervlak heeft.
Opsteloppervlak minimale afmetingen voor 4/6 kW
(→ Pagina 204)
Opsteloppervlak minimale afmetingen voor 8/10 kW
(→ Pagina 205)
▶
Wanneer het minimale opsteloppervlak door een afzon-
derlijke ruimte niet kan worden gewaarborgd, is het ook
mogelijk, meerdere ruimten tot een ruimteluchtcombinatie
te combineren. Hierbij moet altijd zijn gewaarborgd, dat
een luchtuitwisseling tussen de ruimten aanwezig is.
▶
Bereken de ruimteluchtcombinatie voor R32-installaties
in gebouwen als volgt (IEC 60335-2-40:2018 G1.3).
Bij vast opgestelde producten kunnen ruimten, die zich op
dezelfde verdieping bevinden en door een open doorgang
onderling zijn verbonden, bij het bepalen van de conformiteit
met de A
-voorschriften als één enkele ruimte worden be-
min
schouwd, wanneer de doorgang aan alle volgende eisen vol-
doet:
–
Het gaat om een permanente opening.
–
Deze loopt tot op de grond.
–
Het is ervoor bedoeld, dat mensen er doorheen kunnen.
Bij vast opgestelde producten kan het oppervlak van de
naastgelegen ruimten op dezelfde verdieping, die door per-
manent openingen in de wanden en/of deuren tussen de be-
woonde ruimten zijn verbonden, inclusief de tussenruimten
tussen wand en vloer, bij het bepalen van het aanhouden
van de A
-voorschriften als één enkele ruimte worden be-
min
schouwd, voor zover aan alle volgende voorwaarden is vol-
daan:
–
De ruimte moet geschikte openingen conform GG.1.4
hebben.
–
Het minimale openingsoppervlak voor de natuurlijke ven-
tilatie Anv
mag niet worden onderschreden.
min
GG1.4 Voorwaarden voor openingen voor verbonden ruim-
ten en natuurlijke ventilatie:
–
Met het oppervlak van openingen, die op meer dan
300 mm afstand van de vloer liggen, wordt bij het
bepalen van het aanhouden van Anv
gehouden.
–
Minimaal 50% van het benodigde openingsoppervlak
Anv
moet onder 200 mm afstand tot de vloer liggen.
min
–
De onderkant van de onderste openingen mag niet hoger
zijn dan het stabilisatiepunt, wanneer het product is ge-
ïnstalleerd, en op niet meer dan 100 mm afstand van de
vloer zijn verwijderd.
–
Openingen zijn permanente openingen, die niet gesloten
kunnen worden.
–
De hoogte van de openingen tussen wand en vloer, die
de ruimten verbinden, moet minimaal 20 mm zijn.
–
Een tweede, hoger gelegen opening moet worden uitge-
voerd. De totale hoogte van de tweede opening mag niet
minder dan 50% van de het minimale openingsoppervlak
voor Anv
zijn en moet zich minimaal 1,5 m boven de
min
vloer bevinden.
204
1
2
Berekeningsvoorbeeld
A
totaal
Binnenunit met een vermogen van 4 of 6 kW
Wanneer de koudemiddel-vulhoeveelheid totaal bij een lei-
dinglengte van 22 -24 m (in de leidingen + in het product)
1,22 kg is, da is een opsteloppervlak voor de binnenunit van
de warmtepomp van 2,8 m² [A
Wanneer de opstelruimte slechts over een oppervlak van 2
m² [A
geen rekening
aangrenzende ruimte [A
min
tie worden gecreëerd, om de ontbrekende 0,8 m² te berei-
ken. In de deur in de doorgang naar de extra ruimte moeten
daarvoor twee openingen boven en onder worden gemaakt,
die aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen. De ope-
ningen moeten de volgende afmetingen hebben: onder =
94 cm² en boven = 47 cm²
Benodigde openingsoppervlakken in de doorgang bij ruimte-
luchtcombinatie (cm²) (→ Pagina 233)
Opsteloppervlak minimale afmetingen voor 4/6 kW
Lengte koude-
middelleiding
(m)
< 10
10 - 12
12 - 14
14 - 16
16 - 18
3
y
x
2
Doorgang
A
opstelruimte
= A
+ A
opstelruimte
extra ruimte
totaal
] beschikt, dan kan met een doorgang tot een
opstelruimte
] een ruimteluchtcombina-
extra ruimte
Koudemiddel-
hoeveelheid to-
taal (kg)
1,00
1,03
1,06
1,10
1,13
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020318682_00
Anv
min
2
Anv
min
1
x
y
3
A
extra ruimte
] nodig.
Opsteloppervlak
min (m²)
2,3
2,4
2,4
2,5
2,6