Verwar-
Buisdiameter
mingsver-
mogen
4 tot 10 kW
1/4 "
7.
Sluit de heetgasleiding (2) aan. Gebruik de flensmoer
van het product.
8.
Draai de flensmoer vast.
Verwar-
Buisdiameter
mingsver-
mogen
4 tot 10 kW
1/2 "
5.6
Koudemiddelleidingen op dichtheid
controleren
1.
Controleer de koudemiddelleidingen op dichtheid (zie
installatiehandleiding buitenunit).
2.
Zorg ervoor dat de isolatie van de koudemiddelleidin-
gen na de installatie nog volstaat.
5.7
Koud- en warmwateraansluiting installeren
1.
Installeer het overstortventiel uit de bijverpakking aan
de warmwateraansluiting.
Aansluitingssymbolen (→ Pagina 201)
2.
Installeer de koudwateraansluiting (1) en de warmwa-
teraansluiting (2) volgens de normen.
Aansluitingssymbolen (→ Pagina 201)
0020318682_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
Aanhaalmoment
15 ... 20 Nm
Aanhaalmoment
50 ... 60 Nm
1
2
1
5.8
CV-circuitaansluitingen installeren
1.
Installeer twee vul- en aftapkranen (1) uit de bijverpak-
king.
Aansluitingssymbolen (→ Pagina 201)
2
2.
Installeer de aanvoer(2) en de retour (1) van de CV-
circuitaansluitingen volgens de normen.
Aansluitingssymbolen (→ Pagina 201)
5.9
Bijkomende componenten aansluiten
U kunt de volgende componenten installeren:
Aanwijzing
Om het ontbreken van ontstekingsbronnen te
waarborgen, mogen niet onstekingsbronloze com-
ponenten, zoals bijv. VR 920 of VRC 720f/2 in
geen geval op het product worden geïnstalleerd.
–
Warmwatercirculatiepomp
–
Buffer voor de CV
–
Communicatie-eenheid VR 920
–
Elektrische anode
–
Warmwaterexpansievat 8 liter (niet met warm water door-
stroomd)
–
Warmwaterexpansievat (met warm water doorstroomd)
–
Systeemthermostaat VRC 720
1
1
213