Gasaansluiting
Let op: Bij het inbouwen moet het apparaat van het lichtnet losgekop-
1
peld worden: Trek de stekker uit het stopcontact, zet de stoppen uit of
verwijder ze. Sluit de hoofdkraan van de gasleiding.
De gasaansluiting moet voldoen aan de bepalingen van de DVGW
(DVGW-werkblad 600, TRGI 1986 of TRF) of de ÖVGW (TR gas 1985),
alsmede aan de locale bouwverordening.
De aansluiting op de gastoevoer kan ofwel met een door de
DVGW/ÖVGW toegestane flexibele, geheel metalen zekerheids-
slang met gasaansluitingscontact volgens DIN 3383/vel 1, ofwel als
permanente aansluiting uitgevoerd worden.
Tussen de gasleiding van het gebouw en het apparaat moet een gas-
kraan opgenomen worden.
Het gasaansluitingscontact of de permanente aansluiting moeten zo-
danig ter linker- of rechterzijde worden geïnstalleerd - ook wanneer
dat in een kast is - dat deze vrij toegankelijk is. De aansluiting mag zich
niet recht achter het apparaat bevinden.
De aansluitpijp van het gas met een buitenschroefdraad van 1/2" be-
vindt zich boven linksachter op het apparaat. De aangegeven hoogte
geldt voor inbouwkasten met een hoogte van 820 mm zonder werk-
plaat.
Wanneer het apparaat is ingesteld op aardgas, is dat met een sticker
3
aangegeven:
Indien de Wobbe-index van het gas binnen het bereik van
12,0-15,7 kWh/m
gebruik worden genomen.
Ingesteld op aardgas L 25 mbar
3
valt, kan het apparaat zonder verdere afstelling in
Aanwijzingen voor de installatie
61