Bedienen van de oven
Oven in- en uitschakelen
1. Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2. Zet de temperatuurkiezer op de gewenste
temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de
oven aan staat.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de tempera-
tuurkiezer van de oven beide in de UIT stand zetten.
Ventilator
3
De ventilator gaat automatisch aan wanneer de oven aangeschakeld
wordt om de wanden van het apparaat koel te houden. Na uitschakelen
van de oven blijft de ventilator nog enige tijd aan om het apparaat af
te koelen, waarna deze automatisch uitschakelt.
Gebruiksaanwijzing
17