3
Hoofdstuk
ANDERE BASISPROCEDURES
In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan in Hoofdstuk 2 zijn behandeld,
zoals het vervangen van de naald en draaklossen.
De naald verwisselen............................................... 72
De naald vervangen ..................................................................72
De borduurramen gebruiken ................................... 74
Typen borduurramen en toepassingen ......................................74
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof ... 76
De stof in het borduurraam spannen....................... 77
De stof in het grote borduurraam spannen ...............................77
De stof in het compacte borduurraam spannen en dit aan de
machine bevestigen...................................................................78
■ Het compacte borduurraam verwijderen ................................. 79
Het borduursjabloon gebruiken ................................................79
Grote/kleine stukken stof ..........................................................80
■ Grote stukken stof of zware kledingstukken borduren ............. 80
■ Kleine stukken stof borduren.................................................... 80
■ Hoeken borduren ..................................................................... 80
■ Smalle stukken stof borduren, zoals linten ............................... 80
Positie en beweging van het borduurraam .............. 81
■ Borduurramen die niet kunnen worden gebruikt voor het
betreffende borduurwerk ......................................................... 81
■ Verplaatsen naar de juiste positie............................................. 81
De borduurpositie wijzigen ..................................... 83
De richtingshoek veranderen ....................................................83
Als de draad breekt of de onderdraad tijdens het
borduren opraakt .................................................... 85
Als de bovendraad breekt .........................................................85
Als de onderdraad breekt of opraakt.........................................86
■ Als de onderdraad opraakt, vervangt u in deze procedure de
onderdraad............................................................................... 86
Borduren vanaf het begin of het midden van het
patroon.................................................................... 87
■ Starten met borduren vanaf het begin ...................................... 87
■ De steek selecteren waar het borduren moet beginnen............ 88
Verdergaan met borduren nadat de machine is
uitgezet ................................................................... 89
De draadspanning afstellen ..................................... 91
De spanning van de onderdraad afstellen .................................91
De spanning van de bovendraad afstellen .................................92
■ Correcte draadspanning ........................................................... 92
■ Bovendraad is te strak .............................................................. 92
■ Bovendraad is te los ................................................................. 93