b
Selecteer de richting waarin u het patroon
wilt herhalen.
1
3
2
4
1 Verticale richting
2 Horizontale richting
3 Verticale toetsen herhalen en verwijderen
4 Horizontale toetsen herhalen en verwijderen
5 Afstandstoetsen
→ De patroonrichtingindicator verandert naar gelang
de richting die u hebt geselecteerd.
c
Met
herhaalt u het bovenste patroon en
met
herhaalt u het onderste patroon.
• Druk op
om het bovenste patroon te verwijderen.
• Druk op
om het onderste patroon te
verwijderen.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN
d
Pas de ruimte van het herhaalpatroon aan.
• Als u de ruimte wilt verbreden, drukt u op
• Als u de ruimte wilt versmallen, drukt u op
5
1 Druk op
Memo
• U kunt alleen de ruimte van de patronen in
e
Voltooi de herhaalpatronen door stap
t/m
5
f
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op
Het patroonbewerkingsscherm wordt opnieuw
weergegeven.
Memo
• Wanneer er twee of meer patronen zijn,
• Wanneer u de richting verandert waarin het
1
om een herhaalpatroon terug te
veranderen in één patroon.
het rode kader aanpassen.
te herhalen.
d
worden alle patronen samengevoegd als
een patroon in het rode kader.
patroon wordt herhaald, worden alle
patronen in het rode kader automatisch
gegroepeerd als één herhaaleenheid. In het
volgende gedeelte wordt uitgelegd hoe u een
element van een herhaalpatroon herhaalt.
.
.
5
b
.
129