5. Borduurinstellingen invoeren
Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen invoeren. Bovendien kunt u
de borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik.
Borduurscherm (Zie pagina 65 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1
2
3
1 In het borduurinstellingenscherm geeft de hulplijn
van het borduurraam in het patroonweergavevlak
de afmeting aan van het bevestigde borduurraam.
2 Druk hierop om het patroon te bewerken.
3 Druk op deze toetsen om aan te geven hoe het
patroon moet worden geborduurd.
4 Toont een voorbeeldweergave.
5 Druk hierop om de draadinformatie te verwisselen
tussen draadkleuren en borduurtijd.
6 Druk hierop om het te borduren gebied te
controleren.
7 Druk op
of op
wijzigen.
8 Druk hierop om het patroon op te slaan.
9 Keert terug naar het patroonbewerkingsscherm.
In dit voorbeeld worden geen borduurinstellingen
opgegeven. Ga verder met de volgende handeling.
40
4
5
6
7
8
9
om de borduursnelheid te
Borduurpositiemarkering
De naaldpositie wordt aangegeven met de LED-
pointer in het borduurscherm. In het
instellingenscherm kunt u de LED-pointer aan- of
uitzetten. (Zie "LED-pointer instellen" op
pagina 149)
1 Naaldpositie
→ De LED-pointer wordt uitgeschakeld wanneer het
borduren begint.