Basisbewerkingen met de printer
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma.
●
Ga pas afdrukken nadat u het formaat en het type papier hebt opgegeven dat is geladen in de papierbron.
Papier plaatsen(P. 38)
Het type en formaat papier opgeven(P. 53)
1
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
●
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer
informatie de Help van het programma dat u gebruikt.
2
Selecteer de printer en klik op [Voorkeuren] of [Eigenschappen].
●
Het scherm dat wordt weergegeven, verschilt afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
3
Geef het papierformaat op.
Afdrukken
75
0XEA-01A