[IPv4-adres]
[IPv6-adres]
[Extern adres]
Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van de andere apparaten waarop u het beleid wilt
toepassen.
[Alle IP-adressen]
[Alle IPv4-adressen]
[Alle IPv6-adressen]
[Handmatige IPv4-instellingen] Selecteer deze optie om een specifiek IPv4-adres of een bereik van IPv4-adressen op
[Handmatige IPv6-instellingen] Selecteer deze optie om een specifiek IPv6-adres of een bereik van IPv6-adressen op
[Adressen om handmatig in te stellen]
Als [Handmatige IPv4-instellingen] of [Handmatige IPv6-instellingen] is geselecteerd bij [Extern adres], typt u
het IP-adres waarop het beleid moet worden toegepast. U kunt ook een bereik van adressen opgeven door
een afbreekstreepje te typen tussen de adressen.
IP-adressen invoeren
Een specifiek adres invoeren
Een bereik van adressen opgeven Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen.
[Subnetinstellingen]
Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken.
Voer het subnetmasker in en gebruik punten om getallen te scheiden (bijvoorbeeld:"255.255.255.240").
[Prefixlengte]
Door het bereik van IPv6-adressen handmatig op te geven kunt u ook het bereik opgeven met behulp van
prefixes. voer een bereik in tussen 0 en 128 als de prefix-lengte.
[Lokale poort]/[Externe poort]
Als u voor elk protocol afzonderlijke beleidsinstellingen wilt opgeven, bijvoorbeeld voor HTTP of RAW, voert u
hier het poortnummer van het protocol in als daarvoor IPSec moet worden gebruikt.
IPSec wordt niet toegepast op de volgende pakketten
●
Loopback-, multicast- en broadcast-pakketten
●
IKE-pakketten (via UDP op poort 500)
●
Pakketten voor 'neighbor solicitation' en 'neighbor advertisement' van ICMPv6
Beveiliging
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het
IPv4-adres van het apparaat worden verstuurd.
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het
IPv6-adres van het apparaat worden verstuurd.
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten.
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar
IPv4-adressen van de andere apparaten worden verstuurd.
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar
IPv6-adressen van de andere apparaten worden verstuurd.
te geven waarvoor u IPSec wilt gebruiken. Typ het IPv4-adres (of het bereik van
adressen) in het tekstvak [Adressen om handmatig in te stellen].
te geven waarvoor u IPSec wilt gebruiken. Typ het IPv6-adres (of het bereik van
adressen) in het tekstvak [Adressen om handmatig in te stellen].
Beschrijving
IPv4:
Gebruik een punt als scheidingsteken.
IPv6:
Gebruik een dubbele punt als scheidingsteken tussen
alfanumerieke tekens.
270
Voorbeeld
192.168.0.10
fe80::10
192.168.0.10-192.168.0.20