Het apparaat configureren voor afdrukken vanaf een
computer
Als u het apparaat gebruikt als een netwerkprinter, kunt u de protocollen en poorten configureren die u wilt gebruiken
voor afdrukken en een printserver instellen voor het apparaat. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken vanaf
een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd, zoals het installeren van het printerstuurprogramma. Zie
de Installatiehandleiding printerstuurprogramma voor meer informatie.
●
Afdrukprotocollen zijn regels die moeten worden gevolgd om documentgegevens die zijn gemaakt op een
computer af te leveren op het apparaat. U kunt een afdrukprotocol selecteren op basis van het doel van de
afdruktaak of de netwerkomgeving.
●
Poorten zijn gateways om documentgegevens door te geven van een computer naar de printer. Als het niet
lukt documenten af te drukken vanaf een netwerkcomputer, wordt dit vaak veroorzaakt door onjuiste
poortinstellingen.
Netwerk
186
0XEA-038