•
Om meerdere apparaten toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
•
Voor betere beveiliging kunt u vereisen dat een wachtwoord wordt ingevoerd
op het scherm in stap 3 door MENU
[Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord] > [Aan] te selecteren. Voer in dit geval,
in het wachtwoordveld op het apparaat bij stap 4, het wachtwoord in dat wordt
weergegeven op de camera.
•
Zodra u een verbindingsbestemming hebt toegewezen aan Touch-acties
(=
132), kunt u de camera opnieuw verbinding laten maken met de
bestemming door eenvoudig over het scherm te vegen met het ingestelde
handgebaar.
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere
toegangspunten door stap 3 bij "Verbinding maken zonder een
toegangspunt"
(=
157) te volgen.
•
Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander
netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot
stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus].
•
Wanneer u opnieuw verbinding maakt met een eerder toegangspunt sluit
u bij stap 4 het doelapparaat aan op het toegangspunt.
•
Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure bij "Verbinding maken met WPS-
compatibele toegangspunten" vanaf stap 5
(=
28) te openen en tabblad [3] >
(=
153).
Verbinding maken met een andere
camera
U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera's verzenden.
•
Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera's
van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt
worden met Canon-camera's die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen
Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met
DIGITAL IXUS WIRELESS-camera's.
1
Open het Wi-Fi-menu
2
Kies camera.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om [4] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
3
Kies [Apparaat toevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om [Apparaat
toevoegen] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
Volg stap 1 – 3 ook op de doelcamera.
Er wordt informatie over de verbinding
met de camera toegevoegd als
[Verbinding op doel- camera starten]
wordt weergegeven op beide
cameraschermen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
(=
150).
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
159