Om verbinding te maken met een
webservice kiest u het servicepictogram.
Als meerdere ontvangers voor opties
om te delen worden gebruikt met een
webservice, kiest u het gewenste item op
het scherm [Ontvanger selecteren] (druk
op de knoppen <o><p> of draai aan de
knop <7>) en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Kies [Apparaat toevoegen].
4
Druk op de knoppen <o><p> of
draai aan de knop <7> om [Apparaat
toevoegen] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
Om verbinding te maken met een
smartphone of printer kiest u [Ander
netwerk] wanneer het scherm [Wachten
op verbinding] wordt weergegeven
(=
157) (druk op de knoppen <q><r>
of draai de regelaar <7>) en druk
vervolgens op de knop <m>.
Er wordt een lijst met waargenomen
toegangspunten weergegeven.
5
Kies [WPS-verbinding].
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [WPS-verbinding]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Kies [PBC-methode].
6
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [PBC-methode] te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>.
Breng de verbinding tot stand.
7
Houd op het toegangspunt de WPS-
verbindingsknop enkele seconden
ingedrukt.
Druk op de camera op de knop <m> om
naar de volgende stap te gaan.
De camera maakt verbinding met het
toegangspunt.
Als u [ ], [2] of [
] hebt geselecteerd
bij stap 3 worden de apparaten die
met het toegangspunt zijn verbonden
opgesomd op het scherm [Apparaat
selecteren] dat daarna wordt getoond.
Als u bij stap 3 een webservice hebt
geselecteerd, gaat u naar stap 12.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
153