Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1
Selecteer [Roteren].
Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [1]
2
Draai het beeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
de regelaar <7> om een beeld te
selecteren.
Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt 90° geroteerd.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
•
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
130).
•
Op het scherm in stap 2 kunt u ook op [
op [
] tikken om terug te keren naar het menuscherm.
Foto's
(=
28).
] tikken om beelden te roteren of
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit]
•
Beelden kunnen niet worden geroteerd
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
•
In de modus Smart Shuffle
(=
zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is
ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide
stand.
(=
28).
(=
130) als u [Autom.
124) worden beelden die verticaal
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
130