Open het Wi-Fi-menu.
3
Open op de camera het Wi-Fi-menu
(=
150).
Selecteer [
].
4
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om [
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
5
Maak verbinding met een
toegangspunt.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [Verifiëren]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Kies een toegangspunt.
6
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
]
Voer het wachtwoord in voor het
7
toegangspunt.
Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in
(=
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Volgende]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Kies [Auto] en maak verbinding.
8
Druk op de knoppen <o><p> of draai
aan de knop <7> om [Auto]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Zodra de camera is verbonden met
CANON iMAGE GATEWAY via het
toegangspunt, wordt een verificatiecode
weergegeven.
9
Voer de authenticatiecode in.
Voer op de smartphone of computer de
verificatiecode in die wordt weergegeven
op de camera en ga verder met de
volgende stap.
Er verschijnt een zescijferig
bevestigingsnummer op het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
152).
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
145