Voor verbinding met een
11
smartphone:
Pas de privacy-instelling aan.
Druk op de knoppen <q><r> of draai de
regelaar <7> om [Ja] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken om
door beelden te bladeren, beelden te
importeren of te geotaggen
(=
de camera of om externe beelden op te
nemen
(=
167).
12
Verzend de beelden of druk ze af.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone of webservice, wordt
een scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven.
Zie "Beelden verzenden"
(=
160) voor
instructies over beelden verzenden.
Wanneer de camera verbonden is met
een computer is het camerascherm leeg.
Volg de stappen in "Beelden opslaan op
een computer"
(=
162) om beelden op
de computer op te slaan.
Wanneer de camera is aangesloten
op een printer, kunt u afdrukken door
dezelfde stappen te doorlopen als
bij afdrukken via USB. Zie "Beelden
afdrukken"
(=
199) voor uitgebreide
informatie.
•
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 11. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 11.
•
Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te
passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen
wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 4 en daarna [Instell.
tonen] kiezen.
167) op
•
Als u [PIN-methode] kiest bij stap 6 wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat
in het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikershandleiding die is meegeleverd met uw toegangspunt.
•
Om meerdere bestemmingen toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf
de eerste stap.
•
Zodra u een verbindingsbestemming hebt toegewezen aan Touch-acties
(=
132), kunt u de camera opnieuw verbinding laten maken met de
bestemming door eenvoudig over het scherm te vegen met het ingestelde
handgebaar.
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere
toegangspunten door stap 4 bij "Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten"
(=
•
Om opnieuw verbinding te maken met het toegangspunt controleert u of
het doelapparaat al is aangesloten en volgt u de procedure vanaf stap 9.
Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
•
Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure vanaf stap 5.
153) te volgen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
155