Voor verbinding met een
5
smartphone:
Start CameraWindow.
Bij een NFC-compatibele Android-
smartphone (OS-versie 4.0 of later)
wordt CameraWindow op de smartphone
gestart wanneer NFC wordt geactiveerd
en de smartphone tegen het N-teken van
=
de camera (
,
147) gehouden.
Bij andere smartphones start
u CameraWindow op de smartphone.
De eerste keer dat CameraWindow wordt
geopend, dient u voor de smartphone
een bijnaam te registreren die op de
camera wordt weergegeven.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm op
de camera weergegeven.
Kies het doelapparaat.
6
Kies de naam van het doelapparaat (druk
op de knoppen <o><p> of draai aan
de knop <7>) en druk daarna op de
knop <m>.
Voor verbinding met een
7
smartphone:
Pas de privacy-instelling aan.
Druk op de knoppen <q><r> of draai de
regelaar <7> om [Ja] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken om
door beelden te bladeren, beelden te
importeren of te geotaggen
de camera of om externe beelden op te
nemen
8
Verzend de beelden of druk ze af.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone wordt een scherm voor
de beeldoverdracht weergegeven.
Zie "Beelden verzenden"
instructies over beelden verzenden.
Wanneer de camera is aangesloten
op een printer, kunt u afdrukken door
dezelfde stappen te doorlopen als
bij afdrukken via USB. Zie "Beelden
afdrukken"
informatie.
•
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de verbonden
smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de camerabeelden
privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de
smartphone, kiest u [Nee] bij stap 7.
•
Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te passen,
moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen wilt wijzigen
bij [Apparaat bewerken] in stap 3 en daarna [Instell. tonen] kiezen.
(=
167) op
(=
167).
(=
160) voor
(=
199) voor uitgebreide
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
158