Inbedrijfstelling
LET OP
Tijdens het opstarten wordt op het LCP de melding
INITIALISATIE weergegeven. Wanneer deze melding niet
meer wordt weergegeven, is de frequentieregelaar
gereed voor bedrijf. Door het toevoegen of verwijderen
van opties kan het opstarten langer duren.
5.3.1 Lay-out grafisch lokaal
bedieningspaneel
De functies van het grafische lokale bedieningspaneel
(GLCP) zijn onderverdeeld in 4 groepen (zie Afbeelding 5.1).
A. Display
B. Menutoetsen.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes.
D. Bedieningstoetsen en reset
1
Status
7.83 A
799 RPM
2
0.000
A
53.2 %
4
Auto Remote Ramping
6
Quick
Status
B
Menu
7
C
10
On
OK
15
Warn.
16
Alarm
17
Hand
D
O
On
18
19
Afbeelding 5.1 GLCP
A. Display
Het display wordt geactiveerd wanneer de frequentiere-
gelaar spanning krijgt van de netvoeding, een DC-
aansluitklem of een externe 24 V DC-voeding.
De informatie die op het LCP wordt weergegeven, kan
voor de gebruikerstoepassing worden aangepast. Selecteer
de opties via [Quick Menu], Q3-13 Displayinstellingen.
MG33AR10
Bedieningshandleiding
3
1(1)
36.4 kW
5
9
Main
Alarm
Menu
Log
8
11
12
13
Auto
Reset
On
14
20
21
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Display
Parameter
1
Parameter 0-20 Displayre
gel 1.1 klein
2
Parameter 0-21 Displayre
gel 1.2 klein
3
Parameter 0-22 Displayre
gel 1.3 klein
4
Parameter 0-23 Displayre
gel 2 groot
5
Parameter 0-24 Displayre
gel 3 groot
Tabel 5.1 Legenda bij Afbeelding 5.1, display
B. Menutoetsen
Menutoetsen dienen om toegang te krijgen tot de
parametersetup, te schakelen tussen statusdisplaymodi
tijdens normaal bedrijf en om foutloggegevens weer te
geven.
Toets
Functie
6
Status
Geeft bedrijfsgegevens weer.
7
Quick Menu
Geeft toegang tot de parameters voor het
programmeren van de eerste setup en
biedt uitgebreide toepassingsinstructies.
8
Main Menu
Biedt toegang tot alle programmeerbare
parameters.
9
Alarm Log
Toont een overzicht van de actieve
waarschuwingen, de laatste 10 alarmen en
de onderhoudslog.
Tabel 5.2 Legenda bij Afbeelding 5.1, menutoetsen
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)
Navigatietoetsen worden gebruikt voor het programmeren
van functies en het verplaatsen van de displaycursor. De
navigatietoetsen dienen tevens om het motortoerental te
regelen in de lokale bediening. In deze zone bevinden zich
ook 3 statusindicatielampjes voor de frequentieregelaar.
Toets
Functie
10
Back
Brengt u terug naar de vorige stap of lijst in
de menustructuur.
11
Cancel
Annuleert uw laatste wijziging of commando,
zolang de displaymodus niet is gewijzigd.
12
Info
Druk hierop om een beschrijving van de
geselecteerde functie weer te geven.
13
Navigatie-
Druk op de navigatietoetsen om naar andere
toetsen
opties in het menu te gaan.
14
OK
Hiermee kunt u toegang krijgen tot parame-
tergroepen of een selectie bevestigen.
Tabel 5.3 Legenda bij Afbeelding 5.1, navigatietoetsen
Standaardinstelling
[1617] Snelh. [TPM]
[1614] Motorstroom
[1610] Verm. [kW]
[1613] Frequentie
[1602] Referentie %
5
25
5