Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toegang; Motoraansluiting - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Bedieningshandleiding

0,25-75 kw
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
LET OP
EMC-STORINGEN
Gebruik afgeschermde kabels voor motorkabels en
stuurkabels en afzonderlijke kabels voor ingangs-
vermogen, motorkabels en stuurkabels. Als voedings-,
motor- en stuurkabels niet van elkaar worden
gescheiden, kan dit resulteren in een onbedoelde
werking of verminderde prestaties. De afstand tussen
voedings-, motor- en stuurkabels moet minimaal 200
mm (7,9 in) bedragen.

4.5 Toegang

Verwijder de afdekking met een schroevendraaier
(zie Afbeelding 4.4) of door de bevestigings-
schroeven los te draaien (zie Afbeelding 4.5).
Afbeelding 4.4 Toegang tot bedrading voor IP 20- en
IP 21-behuizingen
Afbeelding 4.5 Toegang tot bedrading voor IP 55- en
IP 66-behuizingen
MG33AR10
Bedieningshandleiding
Draai de afdekkingsschroeven aan met het in Tabel 4.1
gespecificeerde aanhaalmoment.
Behuizing
Geen schroeven om aan te halen voor A1/A2/A3/B3/B4/C3/C4.
Tabel 4.1 Aanhaalmomenten voor afdekkingen [Nm]

4.6 Motoraansluiting

WAARSCHUWING
GEÏNDUCEERDE SPANNING
Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van
motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden-
satoren van de apparatuur opladen, ook wanneer de
apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout).
Wanneer u de motorkabels niet van elkaar gescheiden
houdt en ook geen afgeschermde kabels gebruikt, kan
dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Procedure
1.
2.
3.
4.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
IP55
A4/A5
2
B1/B2
2,2
C1/C2
2,2
Houd uitgaande motorkabels van elkaar
gescheiden of
Gebruik afgeschermde kabels.
Volg de nationale en lokale voorschriften ten
aanzien van kabelgroottes op. Zie
hoofdstuk 8.1 Elektrische gegevens voor de
maximale draaddiktes.
Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-
brikant op.
Onder aan eenheden van het type IP 21 (NEMA
1/12) en hoger zijn uitbreekpoorten of toegangs-
panelen aangebracht voor het aansluiten van de
motorkabels.
Sluit geen starter of poolomschakelingsapparaat
(voor bijv. Dahlandermotor of sleepringmotor)
aan tussen de frequentieregelaar en de motor.
Verwijder een deel van de buitenste kabelisolatie.
Plaats de gestripte draad onder de kabelklem om
een mechanische bevestiging en elektrisch
contact tussen de kabelafscherming en aarde te
verkrijgen.
Sluit de aarddraad aan op de dichtstbijzijnde
aardklem overeenkomstig de aardingsinstructies
in hoofdstuk 4.3 Aarding; zie Afbeelding 4.6.
Sluit de 3-fasige motorkabel aan op klem 96 (U),
97 (V) en 98 (W); zie Afbeelding 4.6.
IP66
2
2,2
2,2
4
4
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave